Kapitein Corona heeft het roer overgenomen en zitten we direct met ons allen in hetzelfde schuitje. Ras, kleur, status of afkomst doen er niet meer toe. Van de ene op de andere dag zijn ontmoetingen met andere mensen gevaarlijk geworden. We blijken allemaal uit hetzelfde ei gebroed te zijn. Kwetsbaarheid, onzekerheid en angst dringen onze levens binnen. We lijken de regie kwijt te zijn. We dobberen op de grote oceaan en zijn vlotgenoten geworden.
Onze behoefte aan menselijk contact en aan controle over ons leven worden pijnlijk voelbaar. Als we niet mogen of kunnen gaan werken, kan sociaal isolement aanvoelen als gevangen zitten in je eigen huis. De mensen die een gezonde partner en kinderen hebben kunnen zichzelf gelukkig prijzen met elkaar. Maar tegelijkertijd hebben we ouders of vrienden waarvoor gezorgd moet worden en waar zorgen over zijn.
Opvallend is dat wij als nuchtere Nederlanders dachten dat dit virus wel in China zou blijven hangen en anders wel door de Alpen en Dolomieten tegengehouden zou worden. We ontkenden dat er een dreiging voor onze deur stond. Maar in feite blijkt het corona virus een welvaartsziekte te zijn die pijlsnel over de planeet meereist met toeristen. Een minuscuul eiwit dat de tredmolen van onze drukke, ambitieuze en begerige levens tot stilstand dwingt. Dat zou in tijden van smartphones, elektrische auto’s, goedkope vliegtickets en kwantumcomputers toch niet mogelijk mogen zijn….
De afgelopen dagen komen de levens van 17 miljoen Nederlanders gierend tot stilstand omdat er aan de noodrem is getrokken. Plotseling hamsteren mensen paracetamol en pleepapier. Schieten nuchtere mensen in een onhandige kramp in een poging grip te krijgen op onzichtbaar onheil. We kijken hoopvol naar de Italianen en de Spanjaarden die hun demonen zingend vanaf hun balkons terug proberen te drijven naar hun krochten. Op hoop van zegen applaudisseren ze voor de artsen en verpleegkundigen, die in hun uitpuilende ziekenhuizen met de tong op de schoenen, redden wat er te redden is… Dat doen we inmiddels in Nederland ook al. Er komen krachten vrij die normaal gesproken in de slaapstand blijven staan.
Spontaan bieden studenten geneeskunde en verpleegkunde aan om te gaan helpen in de overbelaste teams van de ziekenhuizen. Er melden zich in enkele dagen, ruim vierduizend gepensioneerde of uitgetreden gezondheidswerkers aan op in de haast opgezette digitale platforms. De overheid laat de strikte herregistratieregels los omdat de maatschappelijke druk om vloeibaarheid en snelheid vraagt. De vrijkomende energie die we in het dagelijkse leven normaal gesproken reserveren voor onze naasten en onze hobby’s blijkt ingezet te worden voor een ongekende solidariteit. We worden met de neus op de feiten gedrukt: we stoppen met rennen in de ratrace om te pakken waar we trek in hebben. We hervinden de tijd om van een afstand te kijken naar wat er werkelijk nodig is. We maken eindelijk tijd voor elkaar en tijd voor de noden van onze lotgenoten. Ineens herkennen we onze eigen nood in die van iedereen om ons heen. Deze crisis brengt vooral het beste in ons naar boven. Te beginnen bij de professionals die in de frontlinies staan. Gevolgd door iedereen in de schil daar omheen. Vanaf deze week houden we allemaal hetzelfde hart vast. We komen eindelijk weer in verbinding te staan met de wijsheid die lotgenoten hebben: wie een ander helpt, helpt uiteindelijk ook zichzelf.