Stichting ‘Ik begin’ – Remy Kreutz initiatiefnemer en perspectiefbieder
‘Als je even niet weet waar je moet beginnen zetten wij je in je kracht’
Psychische problemen, steeds meer mensen hebben er last van. Jong en oud. Wachttijden zijn lang en als je al hulp krijgt dan ben je niet snel geholpen. Het kan maanden of jaren duren voordat het weer beter met iemand gaat. En áls het dan beter gaat, wat dan?
Remy en Ger starten 2017 de stichting ‘Ik begin’. Ze weten uit ervaring dat het niet makkelijk is om ‘zomaar’ weer te beginnen. Want hoe moet dat? Ben je wel goed genoeg? Gaat het zo dadelijk weer mis? Ze ontwikkelden een cursus van 13 weken waarin ze op zoek gaan naar jouw kracht. Naar wie je bent en wat jíj kan. En dat doen ze samen met jou. Stap voor stap.
De cursus ‘Krachtig’ aan herstel!’
De cursus is bedoeld als startpunt, gericht op je persoonlijk herstel. We maken problemen bespreekbaar en gaan niets uit de weg. We inventariseren wat nodig is om je weer te activeren en helpen hierbij. De manier die bij jou past zoeken we samen. Hulp en ondersteuning vragen is geen schande, maar kan juist helpen om tot een oplossing te komen of verlichting te bieden.
Beginnen, maar hoe?
Ieder begin is moeilijk, die eerste stap is de lastigste. We starten met een persoonlijk gesprek waarin duidelijk wordt wat je kunt verwachten en waar je voor kiest. Mensen die bij ons komen weten vaak niet meer wat ze willen (wel wat ze niet meer willen). Je opnieuw bewust worden van je eigen mogelijkheden, talenten en creativiteit. Daarmee gaan we actief aan de slag. Motivatie is daarbij een voorwaarde want zonder motivatie is herstel niet mogelijk. In eerste instantie schrikken mensen daarvan. Dan slaan angst en twijfel toe. ‘Kan ik dat wel?’
Voor iedereen anders
Inzicht krijgen in wat je wil en kan. Dat is voor iedereen anders. Ernaar op zoek gaan is niet makkelijk. Maar wanneer je de lat niet té hoog legt, je grenzen leert bewaken én er een doel aan verbindt zijn er stappen in de goede richting gemaakt. Dat betekent niet dat je daardoor genezen bent van een psychische ziekte. Wél dat je kunt herstellen en jezelf weer nuttig en waardevol voelt.
De stichting ‘Ik begin’
De stichting ‘Ik begin’ is bestemd voor mensen met problemen op meerdere levensgebieden. Voor mensen die hun situatie als uitzichtloos ervaren. In de gebruikelijke hulpverlening vallen ze soms tussen wal en schip. Juist daarom zijn we begonnen met de stichting. Omdat hulp hard nodig is!
We bieden een plek in het centrum van Venray waar je kunt oefenen om weer actief deel te nemen aan de maatschappij. Dat gaat niet zomaar vanzelf. Er wordt hard gewerkt op een persoonlijke, laagdrempelige manier. Motivatie is zoals gezegd het belangrijkst. Je moet het écht willen, maar er mag gelukkig ook worden gelachen…
‘Lachen met problemen is zo gek nog niet’
Een van de mooiste dingen in het leven is humor. Niet dat je daardoor je problemen oplost. Maar je kunt wel blijven huilen; uiteindelijk moet je toch door… Humor helpt om te relativeren en zorgt daarmee voor meer ontspannen sfeer. Het creëert ook openingen in de cursus. Zo hebben we met ons team om een oude ‘Ernie’ pop een kistje gebouwd met daarop de tekst: ‘Wie niet wil beginnen zal ER-NIE zijn.’ Als iemand niet op komt dagen bij de cursus zet ik het ding op tafel. Daar kun je om lachen, maar het kan natuurlijk ook pijnlijk zijn. Het mág ook pijn doen, want dan blijft het in ieder geval hangen. Het is namelijk wel helpend bedoeld. Aan het begin van de cursus gebruiken we een dobbelsteen als niemand het woord wil nemen. Want dan gaat het spelenderwijs. Dan lukt het wél en moeten we lachen om die gekkigheid. Op die manier kwam ik op het idee om een theatervoorstelling te bouwen met als thema ‘Lachen met problemen is zo gek nog niet.’ De voorstelling heeft heel goed uitgepakt en is zeker voor herhaling vatbaar. Ik houd ervan om dingen in beweging te brengen, om verrassend en creatief bezig zijn. Kijken waar je gelukkig van wordt maar ook waarvan juist niet. Je moet jezelf kunnen blijven en met je hart spreken. Ik heb geleerd dat het kan. En eigenlijk weet je dat wel, maar ja – je moet het ook nog doen. Dat doet iedereen anders in zijn eigen tempo, op zijn of haar eigen kracht en niveau.
Maar je moet wél beginnen!
Remy’s persoonlijke verhaal laat zien dat je uit de misère kunt komen.
Op www.ikbeginvenray.nl vind je meer informatie hierover.
‘Ik heb te maken gehad met diverse diagnoses waarin ook medicatie weinig tot geen effect had. Voor mij is het houden van ritme en structuur iets waar ik blijvend op moet letten. Ik weet hoe het voelt en begrijp je weerstand.
Iris is 33 jaar en heeft al heel wat meegemaakt in haar leven. Met vier burn-outs achter de rug en een auto-immuunziekte probeert ze nu dichter bij zichzelf te blijven.
“Ik ben soms onverklaarbaar moe. Ik heb jarenlang weggestopt hoe ik mij écht voel. Daardoor ben ik ook vier keer in een burn-out terecht gekomen. Blijven doorgaan, in de hoop, dat het dan vanzelf een keer goedkomt is niet mijn oplossing. Op dit moment ben ik een stuk verder in het erkennen en herkennen van mijn energetische schommelingen. (Zelf)acceptatie is nog een te groot woord.
Ik vind het lastig mijn continue veranderende grenzen aan te blijven. Iedereen heeft veel op zijn bordje en mensen plaatsen je direct in een hokje met verwachtingen. Kun jij van jezelf accepteren en toegeven aan een ander, dat iets vandaag niet zo vanzelfsprekend of zelfs helemaal niet haalbaar is, terwijl dit gisteren prima ging? Ook als je weet of voelt dat hier eigenlijk de ruimte niet voor is?
Lang heb ik, voornamelijk vanuit angst voor afwijzing, onbegrip of vervelende reacties, het altijd eerst zelf op een “creatieve” manier proberen op te lossen. Hierin heeft het gevoel dat ik hier steeds beter en vaker in leek te slagen niet geholpen.”
Opleiding Sociaal Werk en ervaringsdeskundigheid
“In 2022 ben ik voor de laatste keer uitgevallen met een burn-out. Toen heb ik gepoogd het roer radicaal om te gooien voor mezelf. De strijd voor mezelf in plaats van met mezelf aan te gaan. Via een tip uit mijn omgeving, gesprekken met een werkcoach van het UWV en het volgen van de cursus ‘Herstellen doe je zelf’ was ik overtuigd van mijn nieuwe omscholingskeuze. Om te starten met de opleiding Sociaal Werk, met specialisatie ervaringsdeskundige, bij gildeopleidingen Roermond.
Vol goede moed ben ik vorig jaar november begonnen aan deze driejarige opleiding. Voor het eerst in mijn leven ben ik 100% eerlijk geweest, tijdens het sollicitatieproces, over mijn ambities en de aanwezige onzekerheden en kwetsbaarheden. In het begin voelde de combinatie van 24 uur werken en 1 lesdag van 5,5 uur per week als haalbaar. Ik was dankbaar dat ik weer aan het werk kon en de mogelijkheid om met gelijkgestemden te leren en ervaren op een interactieve manier. Echter bleek al snel dat de openheid over hoe ik mij voelde en de daarbij horende onzekerheden niet, zoals ik zelf verwachtte, lat verlagend werkte. De belasting van de vaste uren, ook al waren dit er minder en anders van aard, begonnen mij over tijd weer op te breken.”
Durf lastige vragen te stellen
“Trots ben ik op mijn gemaakte keuze te stoppen. Deze keuze heb ik gemaakt na meerdere onsuccesvolle pogingen, om in samenwerking met school en werk, dit energielek te verwijderen. Stoppen voelde niet als falen, maar als kiezen voor mezelf. Leuk blijft anders, ditmaal voelt het niet als een stap terug maar juist als een stap vooruit. Ik heb geleerd van deze ervaring en het nauwe contact met de anderen studenten in de klas.
Vanaf dag 1 zijn wij al gestopt met oppervlakkig delen en kozen wij er bewust voor onze herstelverhalen en proces te delen met elkaar. Hierdoor durfden wij elkaar direct ook lastige vragen te stellen, gaven we elkaar de ruimte om aan te geven als de vraag voor nu nog te persoonlijk voelde of de manier waarop deze gesteld werd onprettig.
In het algemeen merk ik dat mensen mijn openheid/humor soms lastig vinden. Als iemand vraagt ‘Hé Iris, hoe gaat het met je’ en je antwoord met ‘nou niet lekker eigenlijk, mijn haren wassen was een hele opgave vanochtend’ is dat niet een antwoord waar iedereen wat mee kan. Na een ongemakkelijke stilte, komt een gesprek vaak snel ten einde. In de opleiding vond ik het erg leerzaam om ieders verhaal te horen. En was het oké om te zeggen, pfoe ik weet eigenlijk niet zo goed wat ik hierop moet zeggen. Wil je hierover meer delen? Ondanks de grote persoonlijke verschillen, voelde ik me erg snel verbonden en onderdeel van de groep. Ik durf ze zelfs nu, na het stoppen met de opleiding, wel een appje te sturen met een hulpvraag.”
Mijn hobby: Wingfoilen
Iris haar ogen beginnen te stralen als ze het over haar hobby heeft: Wingfoilen, waar je met een opblaasbare vlieger in je hand, op een plank, iets boven het water surft. “Daar kan ik gewoon mijzelf zijn en hoef ik niet te vertellen hoe ik mij voel. Ook al ga ik maar een uurtje, ik vind het fantastisch om te doen. Zodra de plank uit het water komt, voel ik mij vrij. Soms vragen mensen wel ‘ga je nu alweer naar huis?’, maar toch ga ik dan. Ik moet gewoon heel goed op mijn energie letten, tegenwoordig kan ik steeds beter nagenieten dat ik het fijn heb gehad dat ene uur.”
Vrijwilliger bij de depressievereniging
“Ik heb mij heel lang onbegrepen gevoeld. Vanaf mijn elfde voelde ik mij steeds onzekerder en twijfelde ik aan mijn eigen kunnen. Ik probeerde mij te meten aan maten waar ik mij helemaal niet meer aan kon meten. Daardoor ben ik heel erg aan mijzelf gaan sleutelen, om zo te voldoen aan de verwachtingen van anderen. Het duurt een hele tijd voordat je zelf kan accepteren dat je in periodes minder kan. Ik voelde mij een leeg persoon vanbinnen. Gevoelsmatig heb ik mijn verhaal nooit helemaal kunnen delen. Liet ik mij onbewust door gevoelens van verdriet/onmacht en eenzaamheid tegenhouden, als de ander mijn beschreven gevoelens niet helemaal kon volgen of hierdoor geraakt werd. Bij de Depressievereniging vind ik de (h)erkenning wel. Daar kan ik gewoon zeggen ‘Ik voel mij niet oké vandaag’, zonder dat er dan direct anders naar mij gekeken wordt.”
Samen weet je meer dan alleen
Iris is gespreksbegeleider bij de Depressievereniging, maar doet soms ook mee als deelnemer als ze dit nodig heeft. “Het is een groep waar open over alles gesproken wordt. Het is belangrijk dat iedereen zich veilig voelt. We beginnen meestal met een rondje hoe het met iedereen gaat. Zijn er afgelopen twee weken dingen gebeurd die je wilt delen of speelt er iets waarmee je zit? Vanuit daar gaan we soms verder op een thema wat naar voren komt. Er ontstaan serieuze gesprekken, tegelijkertijd wordt er ook bijna elke bijeenkomst door iedereen gelachen. Je deelt zowel negatieve als positieve ervaringen met elkaar. Een gouden regel: ongevraagd advies geven we niet.
Eigen regie en kracht
“Ik ben heel erg dankbaar voor mijn vriend, ouders, broers en goede vrienden waar ik altijd mijn verhaal mag doen. Nu denk ik soms ‘had ik op mijn 11e maar stellig durven zijn, durven vertrouwen op mijn ervaren waarheid, dan had mijn leven er zoveel anders uitgezien. Tegelijkertijd ben ik blij met mijn kennis van nu. Ik heb keer op keer mogen ervaren dat je echt zelf je eigen regie moet pakken en alleen zo in je kracht komt en blijft staan. Dat je hierbij rekening mag houden met zowel de limieten van een ander als van jezelf.
Durf jezelf in de spiegel aan te blijven kijken en dan te vragen: wie ben ik? Wat wil en kan ik met deze kennis doen vandaag? Niets is een lastig en realistisch antwoord soms, durf hier met iemand over te praten als je vast blijft zitten in dit gevoel en als het gesprek niet helpend voor je werkt.”
Rust Roest
“Van deze belemmerende oude overtuiging ben ik teruggekomen. “Me-time” is heel belangrijk voor mij geworden. Er zijn dagen dat het waait en ik bewust thuisblijf omdat ik voel dat wingfoilen vandaag te veel is. Tegelijkertijd geloof ik nog steeds dat enkel door dingen uit te proberen, een echte kans te geven, je kunt leren wat bij je past. Mijn zoektocht gaat verder en dat ik er nog niet ben of verder ben op mijn 33ste , ook hier probeer ik met een mildere blik naar te kijken en tegen mezelf te blijven herhalen dit is oké.”
Wordt jouw leven bepaald door je verslaving? Maar wil je wel weer grip krijgen op je leven? Heb jij te maken met een middelen- of gedragsverslaving? En wil je stoppen? Het kan dan nodig zijn om professionele hulp in te schakelen. Changes GGZ biedt deze professionele behandeling klinisch of als dagbehandeling aan voor iedereen met een verslaving. Met locaties in Halsteren, Breda, Weert en Zuid-Afrika kan je voor een breed scala aan verslavingen terecht, daarnaast biedt de zorginstelling ook behandelingen voor eetstoornis en trauma.
Lonneke en Thea vertellen meer over de locatie in Weert. Wat gebeurt er? Hoe ziet verslavingszorg en lotgenotencontact er samen uit? En waarom kan een extra zijstap tijdens of na een behandeling helpend zijn?
Lonneke: “Als regiebehandelaar ben ik betrokken bij ambulante behandeling. Dit is onze deeltijdbehandeling waar cliënten mij en mijn collega’s in groepsvorm 3 dagen per week gedurende 12 weken zien. Daarna volgt 10 weken nazorg. In Weert bieden we zowel klinische als ambulante deeltijd behandelvormen voor verslaving. Het verschil van de behandeltrajecten zit hem in de intensiteit die iemand nodig lijkt te hebben om grip over de verslaving te krijgen.”
Thea: “Ik werk in de kliniek zelf. Daar verblijven cliënten gedurende 6 weken. Ik zie dit zelf als een interventie. Waar je thuis niet meer uit een patroon kan stappen; je hier de hulp krijgt om dat wel te doen. Ten eerste ben je fysiek even uit de situatie (locatie en bijbehorende naasten) en je bent abstinent waardoor de behandeling een kans kan krijgen.
Tijdens de behandeling kijken we naar verschillende facetten van iemands verslaving, waaronder cognitie, emoties, gedrag en systeem. De kliniekopname is van korte duur en is voornamelijk bedoeld iemand uit zijn vastzittende patronen te schudden. Wanneer iemand weer terug naar zijn eigen omgeving gaat zal de client de geleerde lessen (hopelijk) zelf toepassen. Dit valt vaak tegen, daarom zijn nazorg, een vervolgbehandeling, meetings of zelfhulpgroepen essentieel. Verslaving heeft vaak meerdere lagen (sociaal, systemisch, emotioneel, fysiek, cognitief, etc.) en soms hoort een terugval bij het proces. Wat je dan vaak ziet is dat cliënten dan terugkomen en gaan ze verder gaan bij waar ze gebleven waren.
In de verslavingszorg zijn termen als groepsbehandeling en het 12-stappenplan bekend. Hoe kijken jullie aan tegen zelfhulp en zelfregie?
Lonneke: “Vanuit de kliniek hoort een eigen regie houden er echt bij. Daar wordt ook op gestuurd door het stimuleren van het volgen van meetings. Maar we dwingen niemand. Je moet hier zelf open voor staan”. Thea: “Verslaving kan je ook eenzaam maken. Mensen zijn tijdens hun verslaving vaak steeds meer geïsoleerd geraakt. Ze verliezen banden met familie en vrienden, bijvoorbeeld. Dit terwijl verbinding met andere mensen je herstel ten goede komt. Zeker als zij jou hierin begrijpen, omdat ze door iets soortgelijks gaan. Tijdens de behandeling bezoeken cliënten daarom twee keer een externe meeting. Dit omdat mensen het vaak een te grote stap vinden om in hun eentje naar een meeting te gaan. Bij deze meetings kunnen ze alvast ervaren of het iets voor hen is. Zo maken we ook de drempel wat lager om na de kliniek naar een meeting toe te gaan. Als cliënten naar een meeting in hun eigen woonplaats willen, kunnen ze (zelfstandig of samen met ons) de contactpersoon bellen. Vaak is er een mogelijkheid om de client voorafgaand te ontvangen. Zo hoef je niet alleen te gaan en word je goed opgevangen. Dat maakt het een stuk minder spannend!”
Overigens willen ze niet uitsluitend de focus op de meetings leggen. Thea: “Over het algemeen stimuleren we bezoek aan meetings of zelfhulpgroepen, maar we hopen dat niet alleen meetings in het vizier worden houden. Dan blijft de focus namelijk alsnog alleen maar op de verslaving liggen. Als je je verslaving achter je wilt laten, is het belangrijk je als mens ook weer te ontwikkelen op een positieve manier en op verschillende manieren aansluiting te vinden, zodat de verslaving minder ruimte krijgt. Tijdens de behandeling proberen we bijvoorbeeld al te kijken naar verschillende mogelijkheden om in contact te komen met familie en anderen. Ook kijken we naar bezigheden, zoals hobby’s, cursussen, sportverenigingen of toneel. Uiteraard geheel naar eigen keuze en interesses van de cliënt. Dit vormt in mijn ogen een belangrijk onderdeel om weer regie op het leven terug te pakken.”
En wat voor reacties geven cliënten wanneer ze naar een meeting of groep zijn gegaan?
“Bijna iedereen vindt het fantastisch. Nou is het wel zo dat maar 10% er echt gebruik van maakt. Maar de reacties zijn heel erg goed. Ze voelen zich gehoord en zien dat er meer mensen zijn met dezelfde problemen. Omdat onze behandelgroepen open zijn, zitten cliënten niet altijd in dezelfde week in hun proces. Zo kan iemand in week 4 iemand in week 1 ook meenemen naar een groep. Dat zorgt ook weer dat die drempel kleiner wordt.
Thea: ”Een verslaving betekent vaak ook dat je in een isolement leeft. Aansluiting vinden bij een groep kan er dan voor zorgen dat je je niet meer alleen voelt en dat je je gezien voelt. Je geeft een stukje hoop aan iemand. Dat kan overigens ook een anders soort groep zijn. Bijvoorbeeld een dartclub. Als je maar onder de mensen komt”.
Jullie stimuleren het nemen van een eigen regie en een bezoek brengen aan meetings en zelfregiegroepen. Waarom zouden andere organisaties dit ook moeten doen?
“Het belang van verbinding, het samenzijn en het uitbreiden van je eigen netwerk. Dat is zo belangrijk. Je kunt naar een georganiseerde groep gaan, maar het kan ook een ander clubje mensen zijn. Het gaat erom dat mensen de verbinding met elkaar leggen. Je leven weer te delen met anderen”.
Wij horen wel eens dat niet elke zorgverlener staat te springen om iemand te verwijzen naar een groep. Is het wel veilig? Hoe wordt er omgegaan met persoonlijke verhalen? Wordt er wel goed omgegaan met bepaalde problematieken? Hoe kijken jullie hiernaar?
Thea: “Wij staan daar niet zo tegenover en hebben dat ook nog niet terug gehoord bij ons. Maar het zou bijvoorbeeld wel vervelend zijn dat iemand in een groep op een omslagpunt zit en dan niet op tijd de juiste behandeling krijgt. Ik zou aanraden om zelf altijd kritisch te blijven en te kijken naar je eigen proces. Blijf in gesprek met een arts of een behandelaar. En daarbij zit je niet alleen in zo’n groep. Er zijn meer mensen die je met beide benen op de grond houden. Dat lijkt mij wenselijker dan dat mensen alleen op eigen houtje het hele internet te gaan afstruinen”.
“Ga zelf naar een groep, ga kijken en ga het gewoon ontdekken. Blijf niet te lang in zorg. Mensen moeten echt zelf regie nemen en doorgaan met hun leven”.
‘Praat erover!’
Wendy helpt mensen met een depressie: ‘praat erover!’ is haar devies.
In Limburg zet ze zelfhulpgroepen op voor de Depressie Vereniging. Dat zijn er tot nu toe 4 in totaal. In Roermond, Maastricht, Sittard-Geleen en Heerlen-Hoensbroek.
Een depressie; wat betekent het precies en wat doet het met je?
Een depressie is een aandoening die je stemming en gevoelens raakt. Je zakt weg in somberheid en ervaart uitzichtloosheid. Meestal zijn er verschillende oorzaken aan te wijzen. Een combinatie van factoren en soms ook een stukje erfelijkheid. Wat je hebt meegemaakt en hoe je persoonlijkheid is speelt ook een rol. Perfectionisme komt hierbij wél vaker om de hoek kijken. De een is er gevoeliger voor dan de ander. Ieder mens is immers anders. Daarom is er ook niet één oplossing of recept. Wat dan wel?
‘Als ik mijn narigheid kan gebruiken om anderen te helpen dan is het tenminste niet allemaal voor niets geweest’
Wendy is ervaringsdeskundige. ‘Voor mij was het een zoektocht om er bovenop te komen.
Ik heb aan den lijve ondervonden hoe moeilijk dat is. Alleen al het vinden van de juiste medicatie. Welk middel past het beste bij je en in welke dosering? Ik kreeg medicatie om emoties af te vlakken en om mijn stemming te stabiliseren. Daardoor kon ik weer relativeren. Daarnaast verschillende therapieën zoals cognitieve gedragstherapie en inzicht gevende therapie (wekelijks bij de psychiater).
Voor mijn gevoel heb ik het allemaal achter me gelaten maar ik realiseer me ook dat ik er gevoelig voor ben. Daarom slik ik blijvend medicatie. Dat is mijn veilige haven. Ik heb geluk dat medicatie me helpt want dat is niet bij iedereen zo. Onbekend is waarom dat zo is. Na deze periode wilde ik graag iets goed doen met alle ellende die ik heb meegemaakt. In 2019 heb ik me daarom aangemeld als vrijwilliger, nadat ik voor de tweede keer uit een depressieve periode kwam. Want als ik mijn narigheid kan gebruiken om anderen te helpen dan is het tenminste niet allemaal voor niets geweest.’
Verschillende soorten hulp
Mensen die onze groepen bezoeken hebben meestal verschillende professionele behandeltrajecten ondergaan. Een zelfhulpgroep is geen professionele hulpverleningsgroep maar een groep ervaringsdelers die hun verhalen delen in de hoop dat anderen er wat aan hebben. Het is een aanvulling op de professionele hulpverlening. Dat zijn behandeltrajecten die een begin en einde kennen. Trajecten zijn vaak kortdurend. Wisseling van behandelaar is daarbij regulier. Dat wordt dikwijls als onprettig ervaren. Mensen moeten steeds opnieuw hun verhaal vertellen. Wanneer een behandelingstraject wordt afgesloten betekent dit niet automatisch dat je volledig hersteld bent en geen depressie meer hebt. Bij onze supportgroep speelt dit allemaal geen rol. Je hoéft niets. Je deelt je verhaal en gaat weer naar huis. Daar kun je iets mee doen maar het hoéft niet. Dat maakt deelname laagdrempelig. Het maakt niet uit in welke fase van herstel je zit of hoelang je wilt deelnemen. Je kunt altijd lid worden van de groep.
‘Erover praten helpt echt’
Erover praten lijkt een open deur maar er bestaan vooroordelen. Er bestaat een verkeerd beeld van een supportgroep. Mensen die niet willen deelnemen omdat ze denken al genoeg te hebben aan zichzelf en die bang zijn dat ze het leed van een ander er niet meer bij kunnen hebben. Toch leert de ervaring dat dit juíst niet aan de orde is. Mensen waarderen het wanneer ze hun verhaal kunnen delen.
‘Er zijn géén taboeonderwerpen en terugkomen als het nodig is mág’
Bij een eerste kennismaking kom je ervaren of het bij je past. Meestal heb je na twee bijeenkomsten wel een indruk of het wat voor je is. Hoe lang je deelneemt aan een groep is wisselend en persoonsgericht. Dit bepaal je zelf.
Deelnemers van een groep voelen elkaar aan omdat ze allemaal ‘het gevoel’ (her)kennen. Er zijn geen taboeonderwerpen. Gedachten aan zelfmoord komen in elke groep weleens aan de orde. Er wordt over gesproken. Daar stuur ik niet op aan maar er zijn situaties waar het naar voren komt. Mensen durven er makkelijker over te praten als je ze er rechtstreeks op aangepreekt. Dan geven ze ook eerlijk antwoord. Als je het erover hebt laat je zien dat het een onderwerp is waar gewoon over gesproken kan worden.
Preventief inzetten op depressiviteit
Er is een relatie met armoede en depressiviteit omdat je dan vaak geen uitweg meer ziet. Een aantal factoren komen vaker langs. Schulden en armoede. Het voorkomen hiervan kan ervoor zorgen dat je niet nog verder afglijdt. Eenzaamheid, geen netwerk hebben, ook daar kun je preventief op inzetten (naar elkaar omkijken). Op scholen wordt er aandacht aan besteed (bijvoorbeeld door Less-Depress trainingen van GGD-Noord en het Vincent van Gogh Instituut). Personeel wordt getraind om vroegtijdig signaleren op te pikken en met jongeren in gesprek te gaan.
‘Ik ga er mee door omdat het de moeite waard is’
Ik weet niet of depressies tegenwoordig meer voorkomen dan vroeger. Er is in ieder geval wel meer aandacht voor. In onze fysieke groepen zie ik niet dat meer jonge mensen deelnemen. Wel bij andere vormen van de Depressie Vereniging zoals het besloten forum ‘Depressie Connect.’ Daar melden zich steeds meer jongeren om ervaringen uit te wisselen.
Er wordt meer gesproken over depressie maar mensen blijven het toch moeilijk vinden om over hun éígen depressie te praten. Het lijkt of ze hetgeen wat ze hebben meegemaakt willen afronden. Er een streep onder willen zetten. Als je namelijk je eigen ervaring inzet dan komt er ook onherroepelijk weer een stukje van wat je hebt meegemaakt naar boven en dat moet je kunnen handelen.
‘In mijn groep zit een deelneemster die er al vanaf 2019 bij is. Ze kijkt nog altijd uit naar de bijeenkomsten. Toen de groep een poos niet kon doorgaan vanwege een tekort aan deelnemers ontving ik maandelijks een bericht van haar: ‘wanneer gaan we weer verder?’ Pasgeleden ontving ik een mail van een jongen die ooit had deelgenomen. Het was een hele poos goed met hem gegaan. Toen hij toch weer een ‘terugval’ kreeg gaf hij aan weer te willen komen en dat mag ook gewoon. Het zijn deze concrete voorbeelden die duidelijk maken dat het de moeite waard is. Mensen hebben baat bij zo’n gespreksgroep. Dáár doe ik het voor!
Biografie
Wendy woont met haar partner en hun dochter in het Noord-Limburgse Kronenberg. Ze werkt als doktersassistente bij een huisartsenpraktijk. Als ervaringsdeskundige is ze vijf uur per week vrijwilligster voor de Depressie Vereniging. Dat doet ze als regiocoördinator in Limburg en gespreksbegeleider in Roermond. Inmiddels doet ze dit al vijf jaar.
Wie ik was, wie ik ben en wat ik nog steeds wil doen
Willy Andriessen is 82 jaar en woonachtig in Weert. Ze is mantelzorger voor haar man Cees met wie ze al 57 jaar lief en leed deelt. ‘Huisvrouw ben ik altijd met veel plezier geweest. Mijn man had een drukke baan maar hoefde zich thuis nergens druk over te maken. Daar zorgde ík voor.’ Het paar heeft twee kinderen die beiden in de buurt van Den Bosch wonen. De mantelzorgtaken worden daardoor merendeels door Willy ingevuld. Vroeger deed ze dat van huis uit, maar sinds twee jaar woont Cees in Hornerhof. Mantelzorger is ze nog altijd. Alleen nu anders.
‘Als het niet meer gaat moet je veranderen; en daar ga ik dan met mijn rollator’
Mijn man werd ziek. Dat gaat niet van de een op de andere dag. Mensen die verder van hem afstonden hadden het eerder in de gaten dan ik. Tot ik het ging merken aan kleine dingen zoals autorijden. Hij ging bijvoorbeeld steeds meer naar rechts rijden. Vasculaire dementie is progressief. Het geheugen laat het steeds meer afweten. Cees kreeg door de dementie een wat feller randje, viel steeds vaker en ik kon hem niet optillen. Zo lang mogelijk heb ik hem thuis verzorgd, steeds weer het onvermijdelijke uitgesteld.
Mantelzorgbijeenkomst: ‘je zit samen in een bootje en vaart in hetzelfde slootje’
Zes jaar geleden ben ik voor het eerst naar de Mantelzorgbijeenkomst van Punt Welzijn gegaan. Ik kom er nog steeds, ook al woont Cees nu in Hornerhof. De mantelzorgbijeenkomst is een ontmoetingsplaats waar ervaringen en kennis worden gedeeld. Zo zijn er eens per maand lezingen over een bepaald onderwerp. Door de mantelzorgbijeenkomsten ben ik sterker geworden. Het luisterend oor en de complimenten maakten dat ik meer zelfvertrouwen kreeg. Ik leerde dat ik een goed mens ben en dat ik goed voor Cees zorg. Bovendien heb ik een aantal fijne mensen ontmoet, met wie ik nog regelmatig iets leuks ga doen. Nu kom ik niet meer voor mezelf, maar voor anderen. Ik herken de zorgen en het verdriet waar nieuwe mantelzorgers meer zitten. Ik bied ze een luisterend oor en geruststelling, omdat ik uit ervaring weet hoe waardevol dit is.
Ook heb ik de cursussen ‘Omgaan met dementie’ en ‘Vitaal met dementie’ van Stichting Land van Horne gevolgd. Bovendien ga ik nog elke maand naar de gespreksgroep ‘omgaan met dementie’, die ook door Land van Horne aangeboden wordt. Ik heb hier zó veel aan gehad. Iedereen die daar zit, heeft hetzelfde meegemaakt. Je begrijpt elkaar zonder woorden en dat werkt verbindend. Toen Cees dementie kreeg, heb lang met vragen en zorgen rondgelopen en voelde me hierin soms alleen. Bij de gespreksgroep ‘omgaan met dementie’, leerde ik dat ik niet de enige ben die dit meemaakt. En dat ik niet hoef te twijfelen aan mezelf. Ik stond er niet langer alleen voor en daar ben ik dankbaar om. Ik merk nog steeds dat mensen een drempel voelen om over dementie te praten. En als zij deze stap dan tóch zetten, zeggen ze: “Had ik dit maar eerder gedaan”.
‘Je kunt áltijd iets voor een ander betekenen en daar krijg je zóveel voor terug!’
Ondanks alles is Willy een ras-optimist. Haar stem klinkt jong, enthousiast, haar glas is halfvol. Ze gaat er op uit. Nu nog veel meer dan vroeger. Daarin is ze gegroeid. Ze heeft het moeten leren met vallen en opstaan. Maar zo zie je dat je nooit te oud bent om te leren en dat oefening nog steeds kunst baart! Haar advies: ‘probeer mensen in je omgeving te vinden die iets voor je kunnen betekenen. Probeer bij te blijven en van je hobby’s en de mooie dingen te genieten’.
Wil je ook naar de mantelzorgbijeenkomsten? Kijk voor meer informatie op de website van Punt Welzijn.
Achter de schermen is er de afgelopen tijd hard gewerkt en we laten jullie graag weten waaraan! Vanaf vandaag kan je elke maand een gloednieuwe podcast aflevering beluisteren van Pauls Podcast.
Dé podcast waar het echte gesprek gevoerd wordt. Van mentale gezondheid, tot kanker en chronische aandoening. Hoe verandert je blik op de wereld als er een ingrijpende gebeurtenis plaatsvindt en hoe ga je hier mee om. Pauls gasten gaan hier ieder op hun eigen manier mee om en nemen je graag mee in hun verhaal.
Luister nu de eerste aflevering via Spotify of via onze website.
Wij geloven dat praten met iemand die hetzelfde heeft meegemaakt, helpt. Graag onderzoeken wij dat samen met jou. Bij wie kan jij terecht? Kunnen we jou helpen via de zelfregietool? Waar heb jij behoefte aan? Als we weten wat jij belangrijk vindt, kunnen wij verbeteringen doorvoeren. Help je ons mee?
Wij zijn heel benieuwd naar jouw mening. Daarom vragen wij je om onze vragenlijst in te vullen. Het duurt zo’n 5-7 minuten.
Hoe kan je naasten een luisterend oor bieden? Hoe kan je vragen beantwoorden van naasten van mensen met kanker waarmee ze ergens anders niet terecht kunnen?
Stichting Kankerpraat, opgericht door Ken Driessen, wil anderen die geraakt zijn door kanker actief benaderen en vroegtijdig samen de ziekte en alles daaromheen bespreekbaar maken. Ken kreeg zelf in 2018 de diagnose AlvleesklierNET graad 2. In maart 2022 heeft hij te horen gekregen dat genezing niet meer mogelijk is. De stichting bestaat uit vrijwilligers die zelf ook kanker hebben (gehad) of op een andere manier geraakt zijn door kanker.
Ellen Jeurissen, schoonmoeder van Ken, is een van deze vrijwilligers. Door haar eigen ervaring weet zij maar al te goed hoe belangrijk het is om te praten over wat er gebeurt zodra een naaste kanker krijgt. In een hele korte tijd staat je wereld op zijn kop en moeten er keuzes gemaakt worden waar je normaal niet eens over nadenkt.
“Na 30 jaar secretaresse te zijn geweest, kwam mijn baan te vervallen tijdens de overname van het bedrijf. Ik heb toen de tijd genomen om te gaan onderzoeken waar ik echt energie van krijg. Mijn hart ligt bij het helpen van mensen. Ik ben aan de slag gegaan bij een gezondheidspraktijk waar ik mij helemaal thuis voel. Ik begeleid daar de mensen bij hun trainingen om zowel fysiek als mentaal fit te worden en te blijven door een luisterend oor te bieden en samen met hen een gezonde en passende leefstijl te ontwikkelen. De link naar Stichting Kankerpraat was toen ook snel gelegd.”
Een open boek
“Vanaf het moment dat Ken te horen kreeg dat hij niet meer beter zal worden, zijn wij als gezin veel meer naar elkaar toe gegroeid. Alles kwam op tafel te liggen en alle zorgen en onzekerheden werden besproken. Je mag verdrietig zijn, je hoeft je niet altijd sterk te houden. Dat geeft zo veel ruimte en rust.”
De schakel tussen het ziekenhuis en de patiënt
“Ken merkte in zijn proces dat er veel psychische zorg beschikbaar is maar dat het lastig kan zijn om zelf de stap te zetten om hulp te vragen. Daar wil Stichting Kankerpraat op in springen door de patiënten en/of naasten actief te benaderen. Het kan zo helpend zijn om al in een vroeg stadium een luisterend oor te bieden. Wanneer er na enkele telefoongesprekken behoefte blijkt te zijn aan andere hulpverlening, verwijzen wij natuurlijk door. Ik heb zelf vooral contact met naasten van patiënten, omdat ik hier mijn eigen ervaring ook voor kan inzetten.”
Hoe werkt dat dan?
“Via de website kunnen patiënten en/of naasten hun telefoonnummer en naam achterlaten en dan nemen wij contact met hen op. Maar we hebben inmiddels ook een samenwerking met Viecurie en huisartsen zodat zij patiënten op de stichting wijzen. Tijdens zo’n gesprek merk je dat mensen zich al snel op hun gemak voelen omdat ze zich begrepen voelen. Je hebt aan een half woord omdat je in hetzelfde schuitje zit. Voordat je het weet ben je 1,5 uur verder. Je merkt uit de gesprekken dat er in de omgeving vaak zoveel mensen zijn die je graag willen helpen, maar ze weten niet hoe het echt is. Patiënten en/of naasten willen anderen daar dan ook niet mee lastig vallen. Als je dan op een laagdrempelige manier met lotgenoten in contact kunt komen dan helpt dat gewoon.
Vergeet de naasten niet
Wanneer je partner of familielid ziek wordt, gaat daar vaak alle aandacht naar toe, zowel thuis als in het ziekenhuis. De naasten staan machteloos aan de zijlijn met daarbij hun eigen zorgen en onzekerheden. Hoe waardevol is het dan om te kunnen praten met mensen die hetzelfde doormaken om steun te vinden bij elkaar.
Heb jij te maken gehad met corona en ondervind je nog steeds klachten die al een langere tijd duren? Jij bent niet de enige! PostCovid NL, patiëntenorganisatie voor mensen met langdurige klachten na corona, organiseert online en fysiek lotgenotenbijeenkomsten door heel Nederland. Je ontmoet mensen die hetzelfde hebben meegemaakt. Hier kan je vragen stellen aan lotgenoten en zal je zien dat je er niet alleen voor staat.
Zowel online als fysiek bestaat de groep uit maximaal acht personen. De duur van een fysieke bijeenkomst is maximaal twee uur (inclusief pauze). Een online bijeenkomst duurt maximaal anderhalf uur. Naast dat je mensen ontmoet is er ook ruimte voor het delen van ervaringen over het omgaan met de gevolgen van Post-Covid.
Elke groep heeft een gespreksbegeleider (contactpersoon) die zelf ook deelnemer is én ervoor zorgt dat het groepsproces goed verloopt. Denk aan: dat iedereen aan het woord komt en zijn of haar verhaal kan delen.
PostCovid NL zorgt ervoor dat de ‘fysieke’ groep drie keer op een locatie bij elkaar komt. Bij de ‘online’ groep geldt maximaal vijf bijeenkomsten met een gespreksbegeleider. Daarna is het aan de groep zelf of ze willen doorgaan of niet met de bijeenkomsten.
Door lotgenotencontact kan je elkaar leren kennen op een positieve manier én elkaars steun ervaren. Om zo beter met de gevolgen van Post-Covid te kunnen leven.
Meer weten of bij jou in de buurt (binnenkort) een bijeenkomst start? Neem een kijkje op https://www.postcovidnl.nl/ervaringen/bijeenkomsten-post-covid-op-een-locatie. Vind je een online bijeenkomst fijner? Kom er meer over te weten via https://www.postcovidnl.nl/ervaringen/online-bijeenkomsten
Zelfregietool is van 2021 tot en met september vorig jaar betrokken geweest bij het pilotproject voor de opstart van online corona supportgroepen. Dit in samenwerking met C-support. Het door ontwikkelen en opzetten van lotgenotencontact voor mensen met langdurige corona klachten is in september overgedragen aan PostCovid NL.
In het vervolgtraject zijn er door Zelfregietool verkorte online trainingen aangeboden aan nieuwe online- en fysieke groepsbegeleiders die al enige ervaring opgedaan in het begeleiden van een groep, Een training bestaat uit een ‘online-startbijeenkomst’ en een ‘online-terugkombijeenkomst’. Waarbij er onder andere tips worden gegeven hoe je een veilige en prettige sfeer creëert en hoe je sturing geeft in het positief werken aan grip krijgen op de gevolgen van corona.
Na een aantal weken volgt er een ‘online-terugkombijeenkomst’. Tijdens deze bijeenkomst wordt er stil gestaan bij de praktijkervaring die de groepsbegeleiders hebben opgedaan. Hoe verloopt het opstarten van de groep? Zijn er dingen waar je tegenaan loopt als groepsbegeleider? Inmiddels hebben er 3 ‘online-startbijeenkomsten’ en 1 ‘online-terugkombijeenkomst’ plaatsgevonden.
Benieuwd wat de verkorte online training voor jou kan betekenen? Stuur een berichtje naar zelfregietool@burgerkrachtlimburg.nl voor meer informatie!
Gerlach is 62 jaar en woont samen met zijn vrouw en nog twee inwonende kinderen in Geleen. Hij heeft de ziekte van Parkinson. Dat overkwam hem op 49-jarige leeftijd. “Dan krijg je ineens die diagnose en denk je: wat gaat er nu gebeuren? Je komt terecht in een rollercoaster.” Daarom wil hij graag meer zichtbaarheid geven aan de zelfregietool voor Parkinson.
Parkinson wat doet dat met je?
Bij de ziekte van Parkinson sterven zenuwcellen af in de hersenen. Signalen worden minder goed doorgestuurd. De ‘automatische piloot’ hapert. Bewegen gaat niet meer vanzelf maar moet ‘bewust’ gebeuren. De soepelheid uit je lijf verdwijnt, bewegingen vertragen, stijve spieren, moeizaam praten, trillen en een maskergelaat zijn dingen die je kunt zien. Maar wat je niet direct ziet is dat Parkinsonpatiënten te maken krijgen met initiatiefloosheid, problemen met nadenken, slaapproblemen en stemmingswisselingen. Daar krijgt je niet alleen als patiënt mee te maken. Ook de directe omgeving wordt daarmee geconfronteerd. Hoe ga je daar nu mee om?
Eerst moet de knop om en ja, er verandert veel, maar de diagnose maakt je geen ander mens.
“Voor mezelf erkennen dat ik de ziekte van Parkinson had ging langzaam. Mijn werkgever heb ik na de gestelde diagnose meteen over mijn ziekte geïnformeerd. Ik ben zelfs nog gewisseld van werkgever en heb van mijn ziekte geen geheim gemaakt. Ik onderschatte hoe hard het kon gaan. Ik had een zware, maar superleuke job waarbij ik een internationaal onderdeel binnen het bedrijf runde. Dat hield ik nog een poos vol maar na een DBS-operatie (hersenoperatie) lukte dat niet meer. Ik kreeg steeds meer moeite met prioritering; vergaderingen werden uitdagingen. Ik nam te veel hooi op mijn vork. Pas toen mijn bedrijfsarts zei dat ik een WIA-aanvraag moest starten ben ik naar een bijeenkomst van het Parkinson café gegaan en naar een workshop “Parkinson en werk”.
In die tijd heb ik roofbouw op mezelf gepleegd. Als ik toen geweten had wat ik nu weet had ik het heel anders aangepakt
“Ik ben stomweg doorgegaan. Vóór Parkinson had ik een drukke werkweek. Ik maakte veel uren. Na de diagnose veranderde ik in eerste instantie niets. Ik ging door met werken, ging compenseren. Ik maakte mijn werkweek gewoon langer. Tot de DBS-operatie. Toen heb ik me voor de eerste keer in mijn leven ziek gemeld. Die hersenoperatie kan je helpen om gecoördineerder te bewegen, maar de chaos in je hoofd blijft. Die chaos is weliswaar niet altijd even erg, maar verergert onder stress. Toch wilde ik nog steeds alleen de regie voeren, maar dat was geen goed idee. Bijvoorbeeld wanneer je het gesprek over een WIA-aanvraag moet voeren. Dat is een ingewikkeld traject. Mijn advies: neem altijd iemand mee naar zo’n gesprek en laat je begeleiden door een UWVerzuimregiseur. Gelukkig heb ik een telefoon die veel voor me onthoudt, anders vergat ik nog veel meer, grapt Gerlach. Toch een goed hulpmiddel. Tegenwoordig is Gerlach coördinator Parkinson Café Sittard, ambassadeur Positiv fit, zelfregietool, en UWVerzuimregisseur. Dat doet hij twee dagen per week. Daarnaast sport hij veel, wandelt hij iedere dag een minstens een uur en doet aan cognitieve trainingen. Dat kan fysio-, ergotherapie maar ook logopedie zijn. Het gaat erom dat je bezig én in beweging blijft. Een heel ander verhaal dan bij aanvang van zijn ziekte. Toen wilde hij op geen enkele manier worden geconfronteerd met patiënten die al een stuk verder waren dan hij. Dat vond hij te confronterend. Zinloze ontkenning; dat weet hij nu. Op de een of andere manier moet je toch de realiteit onder ogen zien en een nieuwe invulling van je dagelijkse leven zien te vinden. Met anderen kun je hierover ideeën opdoen, leer je denken in mogelijkheden en blijf je jezelf nuttig voelen.
Lotgenotencontact is voor mij als een geschenk uit de hemel. “Het helpt me mijn leven in te richten”
Het Parkinson Café is een laagdrempelige ontmoetingsplek. Er worden bijeenkomsten en workshops georganiseerd waarbij allerlei onderwerpen aan bod kunnen komen. Maar er is ook “koffieklets”. Dan gaat het over van alles. “We hebben een koor van een man of twintig waar we therapeutisch zingen. Ik zing vals, maar het gaat om het meedoen, want het houdt de stem soepel”. Er worden toegankelijke wandelingen georganiseerd. Vóór zijn operatie had Gerlach nog nooit een Parkinson café bezocht. Maar nadat hij er eenmaal was geweest is hij nooit meer weggebleven. Waarom? “Je treft mensen die hetzelfde meemaken als jij. Die weten niet alles – dat weet ik ook niet – maar samen weet je meer.
Weet vooral dat je niet alleen bent in de dingen die je meemaakt. Blijf er niet mee zitten, kom over die drempel en ga ermee aan de slag. Geloof me: hier word je begrepen, familie of professionals wil ik zeker niks tekortdoen, maar ze kennen het gevoel niet, weten niet welke chaos er in je hoofd kan plaatsvinden. Dat weten de lotgenoten wel en dat helpt”.