Drie jaar geleden interviewden we Paul als ervaringsdeskundige. Besmetting met Q-koorts zette zijn leven op zijn kop. Hij werd arbeidsongeschikt. Toch probeert Paul zo goed en zo kwaad als het kon zijn leven weer op te pakken. Dat ging met vallen en opstaan. Hoe is het nú met Paul?
“Dat zeg ik nu heel stoer, maar dat lukt lang niet altijd. En ja, het gaat nog steeds met vallen en opstaan. Waar dat aan ligt? Dat ligt eraan hoe ik wakker word. Hoe ik me voel, want dat verschilt van dag tot dag. Ik ben gestopt met diverse vrijwilligersactiviteiten. Dat komt door gebrek aan energie. De wil is groot, maar veel ballen in de lucht houden is voor mij geen optie. Depressie kwam meer op de voorgrond de laatste jaren. Q-koorts heeft dat meer geopenbaard omdat je in een zwart gat valt. Je weet niet meer wat je wel of niet kunt en dat maakt je onzeker. Van jongs af aan kamp ik al met depressieve klachten. Dat is een medische kwestie, genetisch bepaald. Ik mis een stofje en helaas is het niet zo dat je dat zo maar kunt vervangen. Ik slik er medicatie voor maar daar ondervang je het niet mee. Ik ben me meer bewust gaan richten op levenskwaliteit zodat ik het maximale uit een dag kan halen. Fysiek ga ik er niet meer op vooruit. Daarover maak ik me geen illusies meer. Cognitief heb ik het idee dat het mondjesmaat achteruitgaat. Maar ik lees, puzzel en houd mij brein zoveel mogelijk bezig. Ik probeer er het beste van te maken. Maar soms loop ik vast in mijn hoofd…want er zijn ook veel beperkingen die van buitenaf worden opgelegd en dat is frustrerend”
“Ik ben een stuk selectiever geworden in het maken van keuzes en ben op zoek gegaan naar dingen die me plezier geven. Dingen die bij me passen. Regelmatig zit ik in een ijsbad volgens de ‘Wim Hof methode’. Niet omdat ik denk dat ik er ‘beter’ van wordt. Ik heb het gewoon geprobeerd en het lukte. Het stond op mijn bucketlist. Als je in het ijsbad zit heb je geen tijd om te denken aan fysieke, of mentale klachten. Laat staan geldzorgen. Je bent maar met twee dingen bezig: kou en ademhaling. Oftewel: de waarneming en hoe je daarmee omgaat. Voorafgaand aan het bad wordt gemediteerd. Het bad zelf duurt drie minuten maar ik heb er zeker drie dagen profijt van. Het brengt een diepe innerlijke rust. Van een heel andere orde – maar ook dit houdt me in balans – is het maken van podcasts over films. Ik ben filmliefhebber en fysieke beperkingen spelen hierbij geen rol dus kan ik naar hartenlust meedoen. We bespreken en ranken films. Hoogtepunt in dit gebeuren was, dat we een podcast mochten opnemen met John Travolta. Jazeker, de échte. We hebben de stoute schoenen aangetrokken en een verzoek ingediend om met hem in gesprek te gaan. We hebben bijna een jaar op een antwoord gewacht, de privacy van Travolta is strak geregeld. Na veel duimen en echt heel veel geluk hebben, kwam er echt van en dát geeft zo’n stoot adrenaline, dat wil je niet weten! Travolta houdt van Europese cinema en wij uit ‘The Netherlands’ vallen daaronder. Hij kent Nederlandse films. Leuk toch! Ik heb er zoveel plezier aan beleefd en nog zeker een maand met mijn hoofd in de wolken gelopen. Zoiets helpt enorm om de boel dan weer in evenwicht te brengen.”
Nog steeds begeleid ik patiëntengroepen. Maar ik heb daarin wel keuzes gemaakt omdat het anders teveel wordt. Ik kijk of mensen in deze groepen wel op de juiste plek zitten en sta open voor vragen. Ik verzorg twee groepen voor mensen van de depressievereniging. Er is genoeg animo, maar er zijn te weinig begeleiders. Bovendien is het nog steeds een beladen onderwerp waardoor niet iedereen durft aan te sluiten. Het begeleiden van de Q-koortsgroepen doe ik niet meer. Daar sluit ik wel aan als deelnemer, afhankelijk van het onderwerp. Ik help ook uit bij andere groepen. Voor de toekomst zou ik het fijn vinden om me te richten op groepen die zelfstandig kunnen functioneren en niet afhankelijk zijn van een groepsbegeleider. Aan de andere kant doen we ook een tegenovergesteld programma: “Koekje erbij”. De deur openzetten en kijken wie binnenkomt. Ik realiseer me dat ik mentaal toch best sterk ben. Ik moet me wel altijd meer inspannen dan een ander en zie dan wel hoever ik kom. Voor mij is het topsport. Ik moet me altijd voorbereiden en ervoor waken dat ik mijn lichaam niet tot het uiterste drijf. Mijn energie moet ik verdelen. Daarom let ik op voeding en voldoende slaap. Daarnaast speelt bij depressie mee dat je het nooit helemaal onder controle hebt. Ik kan me vandaag super voelen en me morgen weer hondsberoerd. Het vinden van de juiste balans door bijvoorbeeld een stukje te wandelen ligt bij mij ingewikkelder dan bij een ander. Het heeft lang geduurd voordat ik voor mezelf wilde toegeven dat ik depressief was.
Ik merk dat ondanks dat ik misschien niet ‘ideale plaatje’ heb kunnen realiseren ik wel bewuster met mezelf bezig ben geweest. Ik heb ik meer afgewogen, geschaafd aan mezelf en keuzes gemaakt. Bij Burgerkracht werk ik samen met deskundige en gemotiveerde vrijwilligers. Allen met een verschillende achtergrond. Maar ook met parallellen. Rouwverwerking om het verlies van je gezonde lichaam, toenemende eenzaamheid omdat je wereld steeds kleiner wordt. Niet na durven denken over waar je over 10 jaar staat want dat maakt angstig. Stilstand ervaren, terwijl je wilt dat de motor blijft draaien. Dat is de gemeenschappelijke deler. In principe willen we allemaal hetzelfde: ertoe doen! Dat ‘kleine’ stukje dat ik bij Burgerkracht kan invullen maakt me toch onderdeel van een groter geheel. Dat sociale deel is belangrijk en maakt het goed om hier te zijn. Ik voel me thuis ondanks alles wat ik heb moeten inleveren en nooit meer terug zal komen. Het zou zoveel helpen om mensen te laten doen wat ze wél kunnen. Er ligt nog zoveel potentieel. Dat kunnen we toch zeker wel beter inzetten.
Ervaringsdeskundige Helen aan het woord
”Ik zag de advertentie op Facebook voorbijkomen waarin werd aangegeven dat jullie mensen zochten. En omdat ik zelf, weliswaar wel 10 jaar geleden, mantelzorger ben geweest van mijn moeder. Ook heb ik in mijn werk veel contact met mantelzorgers en zie waar ze tegenaan lopen. Het leek mij een mooie aanvulling om mantelzorgers te kunnen ondersteunen.”
”Ik ben verzorgende in de thuiszorg. In die situatie krijg ik met mantelzorgers te maken en ervaar ik een goede samenwerking tussen de professionele verzorgers en de mantelzorgers. Dat moet goed op elkaar worden afgestemd.”
”Voor wat betreft mijn privésituatie heb ik destijds de ondersteuning van de mantelzorger gemist. Ik had het idee dat ik het wiel telkens opnieuw moest uitvinden. Toen ik zelf mantelzorger was had ik echt wel heel erg het idee dat ik er zo een beetje, voor wat betreft de zorg voor mijn moeder, alleen voor stond. Dat was natuurlijk niet zo want heel veel mensen hebben er natuurlijk mee te maken. Dit voelde zo. Dus ik had het toen echt wel fijn gevonden als ik inderdaad van andere mensen ook weleens een terugkoppeling had gekregen van ‘je doet het goed’ of misschien tips m.b.t. hoe ik het anders kon doen. Omdat ik dat zelf heb gemist vind ik het des te fijner dat dit nu wel wordt georganiseerd en mantelzorgers elkaar ook kunnen ondersteunen.”
”Als je het over tijdsinvestering hebt, nou, het betreft twee uur in de maand. Dus ja, dat is voor mij echt geen belasting. Voorafgaande hebben we wel nog een training ontvangen vanuit Ruggesteun en Steunpunt voor Mantelzorgers maar dat vond ik alleen maar fijn. We zijn niet zomaar in het diepe gegooid. We hebben een basis gekregen, zodat we handvatten hadden om goed aan de slag te gaan. Dit was voor mij geen reden om dit niet te doen.”
”Als ik het bruggetje terug maak naar vroeger vind ik het heel fijn dat mensen zich gehoord kunnen voelen. In de zelfregiegroep praten de mensen met elkaar. Ze doen het zelf. Wij hebben slechts een ondersteunende rol. Maar dat de gelegenheid er is en dat ik daar deel van mag uitmaken vind ik heel mooi.”
”We proberen als vrijwilligers het gesprek bij de mensen te laten. De mantelzorgers sparren onderling met elkaar en bespreken bijvoorbeeld met elkaar waar ze tegenaan lopen. Ze geven elkaar tips aan de hand van dingen die ze zelf hebben ervaren of wat misschien een idee is om te onderzoeken.”
”Soms moeten we de groep hierbij nog een beetje op weg helpen, bijvoorbeeld aan de hand van een startvraag. Maar als ze eenmaal met elkaar in gesprek zijn loopt het vanzelf.”
”Ja, wij zitten gewoon te midden van de groep. Ik maak onderdeel uit van de groep.”
”Qua tijdsinvestering valt het echt reuze mee. Dus als je denkt dat je het veel te druk hebt of wat dan ook, het valt echt qua tijd mee om te doen. Het geeft echt heel veel genoegdoening als je ziet dat mensen aan het einde van de middag toch gerustgesteld zijn en wat blijer weggaan dan dat ze zijn gekomen. Dat je dan toch ziet dat mensen er iets aan hebben gehad.”
”Dat zou heel jammer zijn. Ja, niet eens zo zeer voor mij maar voor de mensen. Ik zou dat voor de mensen echt heel jammer vinden. We hebben nog maar een paar groepen en ik zit eigenlijk zo te wachten tot in andere gemeenten ook groepen starten. Omdat het gewoon zo prettig voor de mensen is om eens een keer te kunnen praten. Dat is letterlijk het lichtpunt. Ik weet natuurlijk niet hoe de mensen het zelf ervaren. Ik denk dat het voor die mensen ook wel een lichtpunt in de maand is om eens een keer gewoon, zonder dat er familie bij is, het verhaal met gelijkgestemden te delen. Het is niet allemaal altijd even leuk als je voor je familie zorgt. Soms zijn er ook hele moeilijke punten. Soms kun je dat niet bij je partner, familie of bij iemand anders kwijt. En dan is zo’n middag heel fijn. Een middag waar jij je verhaal kwijt kunt. En het zijn echt niet alleen maar zware onderwerpen. Soms gaan we van een heel zwaar punt opeens naar een heel luchtig onderwerp. Er worden grapjes gemaakt, het wisselt af. Het is juist ook voor sommige mensen gewoon echt even een uitstapje. Even weg van het zorgen. Daar moet ook de luchtigheid in kunnen passen.”
”Ja. Echt wel!”
Ervaringsdeskundige Mariëtte aan het woord
Ik vond het een hele uitdaging. En daarbij ben ik een mensenmens. Ik heb dan ook al heel veel situaties in mijn persoonlijke leven alsook in het vrijwilligerswerk meegemaakt. Ik vind het gewoon prettig om iets voor andere mensen te kunnen betekenen. En ook om er zelf iets van te mogen leren. Het geeft jezelf ook een gevoel van voldoening als je in zo’n groep zit en je hoort de verhalen die mensen allemaal meemaken. Vaak gaat het alleen maar om het luisteren. Daar zijn de mensen al heel blij mee. Ze komen van tevoren of achteraf toch nog even naar je toe en geven aan dat ze blij zijn dat ze er weer zijn en dat ze er veel aan hebben. Ik vind die persoonlijke contacten ook heel belangrijk.
Nou, meer dat je jezelf afvraagt of je het wel aankan en of je daar wel goed genoeg voor bent? Ja, toch wel een beetje aan jezelf twijfelen op dat moment. En als ik dan nu terugkijk op de weken die al hebben plaatsgevonden dan kan ik alleen maar zeggen dat ik er gewoon heel graag naartoe ga. Ik heb ook altijd een heel voldaan gevoel. Dit is voor mij echt een lichtpunt. Daarnaast ben ik natuurlijk ook nog vrijwilliger in thuissituaties. Daar is mijn vrijwilligerswerk mee begonnen. Dat doe ik wel bijna 20 jaar.
Omdat ik dat al zo lang doe. Ik heb juist ook de afwisseling nodig. Afwisseling en een uitdaging, dat is wat ik nodig had. Kijk, je doet vrijwilligerswerk niet alleen voor de ander. Je doet het ook voor jezelf. Ik kan wel thuis zitten, maar ja, op een gegeven moment heb je het huis ook wel gepoetst. Ik wil juist eropuit en iets voor de ander kunnen betekenen.
Ja dat bevalt prima.
De lichtpuntjes zijn de contacten met anderen. Zo kwam ik toevallig tijdens de zelfregiegroep een oude bekende tegen. Ik ontmoette hem geregeld bij de kapel. Nu zagen we elkaar weer en kwamen we weer in gesprek. En zo volgt het ene verhaal op het andere. Herinneringen worden over en weer gedeeld. Ik zie hem stralen en ben dan blij dat ik ook hem een mooie herinnering heb mogen teruggeven. Ik heb bewust gekozen om ervaringsdeskundige vrijwilliger binnen de groep van Landgraaf te worden. Ik ben van Landgraaf en vind het dan ook wel een lichtpuntje als ik een bekende zie. Zo kwam ik ook een mevrouw tegen die ik kende van de tijd dat onze kinderen samen op de basisschool zaten. Dat is voor hun wellicht leuk maar voor mij ook.
Ach, ik kan dat wel! Nou ja, alle gekheid op een stokje, maar ik mag mezelf best wel een complimentje geven. Ik denk wel dat ik in die 20 jaar vrijwilligerswerk heb geleerd hoe om te gaan met moeilijke momenten, pijnlijke verhalen en emoties van mensen. Want ze maken best heel veel mee. Ik heb wel geleerd om dat niet mee naar huis te nemen en daar te veel mee bezig te zijn.
Jazeker. Ik geef mensen ook wel een compliment. Als ze hun emoties delen geef ik wel aan dat het heel fijn is dat ze dat durven te doen. En dat mag ook in de groep. Je merkt dat het mensen goed doet als ze zich kunnen uiten en hun gevoelens mogen delen. Er is sprake van onderling vertrouwen in die groep. Daarbij delen ze ook tips met elkaar. Ze weten niet altijd allemaal wat er mogelijk is. En je ziet ook dat mensen zich herkennen in het verhaal van de ander. Zo leren we over en weer van elkaar. Niks moet. We hebben ook met elkaar afgesproken dat alles wat daar besproken wordt binnen de groep blijft. De mensen zoeken ook tijdens de pauze steun bij elkaar. Ze staan dan nog wat langer stil bij wat er is gezegd of bij hun eigen ervaringen. Ze zijn lichtpuntjes voor elkaar.
Jazeker, er worden ook hele mooie momenten gedeeld en er wordt met elkaar gelachen. Mantelzorg is niet alleen maar zwaar, er zijn ook hele mooie momenten. Er worden ook andere momenten van het leven gedeeld, bijvoorbeeld als iemand oma wordt. Ook hier is aandacht voor. Het is natuurlijk ook gewoon een ontmoetingsplek. Ze ontmoeten elkaar en zijn even weg van de situatie thuis. De gezamenlijke ontmoeting zorgt er ook voor dat mensen zich m.b.t. hun eigen situatie niet meer zo alleen voelen.
Als je een paar uurtjes tijd hebt dan kun je al heel veel voor een groep mensen betekenen. Alleen al doordat je het mogelijk maakt dat ze bij elkaar kunnen komen. Wat ik ook wel fijn vind is dat je geen leidende functie hebt. Het is een zelfregiegroep. Ik moest daar wel aan wennen. Je bent geen gespreksleider. Ik faciliteer het gesprek en zorg dat iedereen kan meedoen. We bespreken met elkaar de groepsregels en af en toe geven we weleens een startseintje of zorgen we dat iedereen aan bod komt, maar verder komt de kracht uit de groep. En de mensen hebben er zoveel aan. Dat merk je gewoon, want ze komen ook gewoon iedere keer weer terug. Het moet ook wel een beetje je aard zijn. Je moet je kunnen inleven in wat mensen meemaken. Als ervaringsdeskundige vrijwilliger neem jij je eigen ervaring, gevoelens en kennis mee.
Frans van den Hooven is 59 jaar en woont samen met zijn vrouw sinds twee jaar in Limburg. Voorheen woonde het paar in Den Haag maar zijn vrouw komt oorspronkelijk uit Limburg. Frans werkt drie dagen in de week als buschauffeur en is mantelzorger voor zijn vriendin die in 2012 getroffen wordt door MS. Zijn wens: in Limburg een zelfregie groep opzetten voor partners van MS-patiënten. Daaraan heeft hij zelf sterk behoefte, maar hij gelooft dat het ook voor anderen veel kan betekenen. In eerste instantie denkt Frans daarbij aan partners maar ook familieleden en vrienden van MS-patiënten zijn wat hem betreft van harte welkom.
De ziekte MS overvalt je en gooit je leven behoorlijk overhoop. Wat betekent dat voor jullie?
“Het is in eerste instantie overweldigend. Wat je meemaakt is heftig. Dat komt ook omdat de ziekte zo op je afkomt; progressief is. Als je lichaam uitvalt moet je steeds meer accepteren. Er zit geen verbetering in maar de situatie verslechtert juist. Daar moet je je op leren instellen. In het geval van mijn vrouw werd ze snel volledig afgekeurd. Vóór MS had mijn vrouw een drukke baan als directiesecretaresse de overheid. Dan heb je een heel ander leven, een eigen wereld. Als je daar geen deel meer van kunt uitmaken val je in een gat. Het kost tijd om dat een plaats te geven. Zo goed mogelijk kunnen lopen was voor haar altijd een wens. Ze liep al met een kruk door een slechte heup. Toch bleef wandelen een passie. Maar nu komt MS daar nog eens bovenop en wordt de kruk ingeruild voor de rollator. Dat doet pijn op deze relatief jonge leeftijd. Zeker als je mensen ziet die veel ouder zijn, maar nog lekker kunnen fietsen en lopen. Het drukt je keihard met je neus op de feiten.”
Voor partners van mensen met MS is het leven soms ook moeilijk. Dat komt met name door het gevoel van machteloosheid
Je maakt je zorgen als je ziet hoe degene waarvan je houdt zo’n pijn lijdt, vermoeid raakt en steeds minder kan. Dat geeft je emotioneel een knauw. Maar je moet er zelf ook mee leren leven. Je krijgt er praktische taken bij in het huishouden. Maar emotioneel de balans weten te houden is nog het moeilijkste en een hele opgave. Dan komt de waarde van zo’n groep pas goed naar voren. Wij hebben zelf een klein sociaal vangnet. Lieve buren waar we in geval van nood altijd kunnen aankloppen. Er zijn geen kinderen en mijn schoonouders wonen niet al te ver uit de buurt, maar zijn zelf ook op een leeftijd waarop dingen minder makkelijk gaan. Er zijn broers, maar die wonen op afstand en hebben drukke agenda’s. We worden bijgestaan door vrienden, collega’s en huishoudelijke hulp maar je krijgt toch veel op je eigen bordje.
”Natuurlijk praat je met je partner over wat je samen is overkomen. Maar dat is anders.”
Toen Frans nog in de randstad woonde nam hij deel aan bijeenkomsten voor partners van MS-patiënten die in Amsterdam werden gehouden. Daar had hij veel baat bij, ook al zagen ze elkaar maar vier keer in het jaar. Het was een fijne groep.” Hoe het werkt? “Het concept is eenvoudig; samen iets eten of drinken. Veel praten, maar voorál emoties delen. En het werkt, want het delen is heel belangrijk. Je hoeft je niet in te houden maar kunt alles eruit gooien – ook dingen die je normaal opkropt. Praten over de situatie thuis, waar je allemaal tegen aan loopt. Je hoeft niets uit te leggen. Er vloeit menig traantje, ook bij mij. Maar dat geeft niks, want het zijn allemaal gelijkgestemden die weten hoe moeilijk het is, hoe het voelt. Na afloop gaat iedereen opgelucht naar huis met nieuwe energie.
Frans wil in Limburg een soortgelijke groep opzetten, die fysiek voor een half dagdeel een paar keer per jaar bij elkaar komt. Er gebeurt op het gebied van MS in Limburg natuurlijk al het een en ander. Hij ging digitaal op zoek en legde contacten met o.a. KIZ, en het Steunpunt Mantelzorg en kwam zodoende bij Burgerkracht Limburg terecht. De zelfregietool en hoe ze ermee aan de slag gaan spreekt hem enorm aan. Het contact met de vrijwilligers en de professional voelde als een warme deken. Hij hoeft de kar niet alleen te trekken. Dat doen ze nu met zijn tweeën en het zou fijn zijn als er nog één of twee mensen willen aansluiten. Er zijn inmiddels al zes partners gevonden die aan de groep willen deelnemen.
Hoe staat je vrouw tegenover het feit dat jij zo’n groep wilt opstarten?
“Ze staat er helemaal achter. Je moet ervoor gaan Frans, zegt ze, want het doet je goed!”
‘Er is altijd nog wel iets “Anderz” mogelijk’
Ester Kösters is 49 jaar en woont samen met haar man en dochter in Munstergeleen.
Tot 2018 is ze werkzaam als administrateur. Dat verandert wanneer bij haar de erfelijke aandoening EDS (Ehler-Danlos Syndroom) wordt geconstateerd. Een bindweefselaandoening waardoor ze arbeidsongeschikt raakt. Ester heeft de hypermobiele variant waardoor haar lichaam voortdurend overbelast is. Ze heeft artrose in bijna alle gewrichten en wordt rolstoel-afhankelijk. Haar ‘werkend bestaan’ is voorbij. Toch gaat Ester niet bij de pakken neerzitten. Ze heeft van nature een positieve insteek waarbij haar motto luidt: er is altijd nog wel iets “Anderz” mogelijk. En ja: “Anderz” is opzettelijk anders!
Jíj bepaalt hoe je zèlf je leven inricht en omgaat met gezondheid. Dat lijkt een open deur maar het maken van doelbewuste keuzes in moeilijke situaties gaat niet altijd vanzelf. Daar kun je soms best wat hulplijnen bij gebruiken. Mijn ziek zijn werd weleens afgeschilderd als aandachttrekkerij. Dat doet pijn en was onterecht. Het inzetten van de zelfregietool is één van de hulplijnen.
In 2017 ontmoette ik Wim Venhuis op het podium van ‘Beeldend Verhaal’ in Heerlen. Hij vroeg of ik interesse had om een zelfgroephulp te starten. Dat wilde ik wel maar mijn lichamelijke toestand ging zo snel achteruit dat dit niet meer lukte. Twee jaar na toezegging heb ik me opnieuw bij hem gemeld. Een zelfhulpgroep ben ik niet meer gestart. Wel maak ik nu deel uit van het vaste team ‘zelfregietool’ dat bestaat uit vrijwilligers en medewerkers van Burgerkracht Limburg. Dat doe ik zes à acht uur per week met veel plezier. Ik haal ik er voldoening uit om mensen weer op weg te helpen door ze te laten weten dat ze niet alleen zijn. We brengen lotgenoten samen in de breedste zin van het woord. Het kan ook gaan over verschillende moeilijke dingen die in het leven voorbijkomen. Bijvoorbeeld het hebben van schulden of rouwverwerking. Het gaat niet alleen over gezondheidsaandoeningen, maar over alles wat betrekking heeft op het menselijke leven. Mensen sturen ons een mail en kunnen via de website een contactformulier invullen. Ze vertellen waar ze tegenaan lopen en waarbij ze hulp kunnen gebruiken. Hierop reageren we indien mogelijk via contacten in ons eigen netwerk, en anders zoeken we hulp daarbuiten. We leggen hiermee mooie verbindingen. In mijn eigen situatie heb ik een moeizame weg moeten afleggen waarbij ik zelf veel moest uitzoeken. Daarbij heb ik het contact met anderen gemist. Er leek er een taboe te rusten op het praten over dingen waar je mee zit. Daarmee ben ik zelf helaas geconfronteerd. Maar ook het verschil hoe fijn het is wanneer je als mens tegenover elkaar zit en open en eerlijk durft te vertellen hoe het met je is. Want we zijn niet alleen dat leuke plaatje, die mooie foto, of dat mooie verhaal…
“Op de bank gaan zitten en jezelf beklagen daar schiet je niks mee op. Je moet verder. Dat klinkt gemakkelijker dan het is. Ook ik heb tijd nodig gehad om mijn lichamelijke achteruitgang te verwerken. Van redelijk actief zijn naar terechtkomen op de bank en niets meer kunnen. Dat is nogal wat. Zelfs ‘in rust’ deed ik te veel, wat niet goed voor me was. De meeste mensen krijgen het advies om meer te bewegen. Ik moest juist minderen. Dat is een vreemde gewaarwording. Maar als je je ogen openhoudt zie je dat er gelukkig toch nog veel mogelijk is.
We hebben allemaal ons rugzakje, maar de ervaring leert dat je sterker wordt wanneer je met andere mensen praat over je kwetsbaarheid. Je kunt moed uit putten uit elkaars verhalen of elkaars voorbeeld zijn. Je kwetsbaarheid blootgeven – juist daar kun je wat mee. Bij de zelfregiecampagne Westelijke Mijnstreek gaat het erom met elkaar in contact te gaan. Er zijn altijd raakvlakken. Zoals weten wat het betekent om geen energie of een slechte dag te hebben. Je hoeft daarvoor niet persé een gezamenlijke aandoening te hebben. Dat stukje begrijp je wel. We willen een beetje positiviteit meegeven en laten zien dat je weer grip op je eigen leven kunt krijgen. Op deze manier proberen we ook minder druk te leggen bij de formele zorg door juist de informele zorg te ondersteunen. Het zou mooi zijn wanneer professionele zorgverleners straks standaard naar onze website verwijzen. Nu proberen we vooral aandacht te krijgen via sociale media, krantberichten en onze website.
Mijn wens: “Ik wil een mooi netwerk opzetten waarin we kunnen laten zien dat we er vooral met z’n allen voor blijven zorgen dat we menselijk met elkaar omgaan!”
Daar sta je dan. Je hebt eindelijk de moed gevonden om hulp te zoeken. Om te vertellen dat je het moeilijk hebt. Ja, je weet dat je een chronische ziekte hebt. Maar om er mee te leven is niet altijd even makkelijk. Je wil niet altijd je familie en vrienden ermee ‘lastig’ vallen want zo kan dat vaak voelen, ook al staan ze altijd voor je klaar. Of misschien heb je geen vangnet van familie en naasten, dat kan ook… Maar de wachttijden zijn lang… Hoe moet je verder?
Er zijn veel mensen in Limburg met een chronische ziekte zoals bijvoorbeeld fybromyalgie, MS, anorexia, depressie of mensen die kampen met een verslaving. Ze kunnen niet altijd direct geholpen worden als ze het moeilijk hebben. Of wel? Wij geloven dat als je praat met iemand die hetzelfde heeft meegemaakt je kan helpen. We geloven het niet alleen, we zien het in de praktijk gebeuren via de zelfregietool. Ook werken we samen met verschillende gemeenten in Limburg die de kracht van de zelfregietool omarmen.
Jij hebt de regie zelf in handen. Via de zelfregietool.nl kun jij met je vraag terecht. Onze ‘vragenverbinders’, zoals wij ze noemen, brengen jou in contact met iemand die hetzelfde heeft meegemaakt. Wij hebben een netwerk van ervaringsdeskundigen die hun kennis met jou willen delen. Het werkt heel eenvoudig, je stelt je vraag via de website zelfregietool.nl. Onze vrijwilligers Ester en Mhorlin gaan voor je aan de slag en zoeken een ervaringsdeskundige. Daarna koppelen ze jullie aan elkaar. Waarom? Omdat wij zien dat lotgenotencontact helpt. Bovendien koppelen wij niet alleen mensen aan elkaar maar vind je op de website ook zelfhulpgroepen die in Limburg actief zijn waar je terecht kunt.
Of je nu met iemand praat of liever wekelijks of maandelijks naar een groep gaat. Lotgenotencontact helpt. Je wordt gezien, er is aandacht voor je en je leert van anderen. Je leest steeds meer verhalen van mensen die door te praten met iemand die hetzelfde heeft meegemaakt zich beter voelen. Even iemand die begrijpt hoe het is om met een chronische ziekte te leven. Die zich kan inleven, bekend is met de belemmeringen maar ook kansen ziet door anders naar de situatie te kijken en je praktische tips kan geven.
Of je nu Bart, Els, Ilse, Mo, Henk of Saar heet. We staan klaar voor iedereen. Op zelfregietool.nl vind je een overzicht van alle onderwerpen en groepen met meer informatie, linkjes naar interessante boeken of filmpjes over het onderwerp. Ook vind je eenvoudig een groep bij jou in de buurt.
Ook dan kan je terecht op de zelfregietool.nl, bij ‘ervaringsdeskundigen’ kun je eenvoudig je gegevens achterlaten. Wij nemen graag contact met je op. Ook als je een groep hebt of een wil opstarten.
Wordt jij de nieuwe gespreksleider voor een depressie supportgroep in Roermond? Wendy Bertrams: “Wil jij je eigen ervaring met depressie inzetten om een ander te helpen? Voor een nieuw te (her)starten depressie supportgroep in Roermond ben ik op zoek naar twee gespreksbegeleiders, die enthousiast en pro-actief zijn.
De groep komt 2 keer per maand bij elkaar, in de wijk Maasniel. Als gespreksleider zet jij je ongeveer 5 uur per maand vrijwillig in. Je krijgt een 2-daagse training via PGO Support en 4x per jaar heb je een intervisie bijeenkomst met alle gespreksbegeleiders uit de regio Limburg.
Heb je vragen of interesse? Neem contact met mij op! Als regiocoördinator ben ik jouw directe aanspreekpunt: w.bertrams@depressievereniging.nl.”
Gemeente Roermond gaat meer gebruik maken van de samenhulp van mensen en begint daarom met het opzetten van een zelfregienetwerk in de gemeente.
Het gebruikmaken en verbinden van ervaringskennis vergroot de zelfredzaamheid en samenredzaamheid van haar inwoners.
Praat eens met iemand die hetzelfde heeft meegemaakt. Dat helpt!
Mensen blijken elkaar heel goed te kunnen steunen en positief verder te kunnen helpen door ervaringen uit te wisselen. Vooral in een groep rond éénzelfde onderwerp heeft dat veel effect en dat kan gaan om de meest uiteenlopende onderwerpen. Van ziekte, verslaving of verlies, tot financiële zorgen, omgaan met de zorg van een dierbare of opvoeding in verschillende culturen.
In een zogenaamde zelfregie- of zelfhulpgroep vinden mensen onmiddellijk begrip, tijd en aandacht en ze horen van elkaar andere nieuwe oplossingen. Dat zorgt voor extra hulp en ondersteuning, een aanvulling aan de professionele zorg en meer betrokkenheid met het eigen probleem; zelfregie.
Aanpak
Samen met Burgerkracht Limburg wordt begonnen met een netwerk van lotgenotengroepen, gemakkelijk en dichtbij bereikbaar, via de website www.zelfregietool.nl. Voor het einde van 2021 zijn hier minimaal 25 groepen te vinden en wordt een plan uitgewerkt voor het vervolg. Hoe dit zelfregienetwerk beter bekend te maken onder eerstelijnsverwijzers, uit te breiden met nieuwe groepen en meer mensen te bereiken die hun eigen ervaring in willen zetten voor anderen (lotgenoten). Zodat het straks vanzelfsprekend wordt voor de inwoners van Roermond om óók gebruik maken van zelfhulp bij het positief werken aan hun gezondheid.
Roermond is de derde gemeente in Zuid-Limburg die aan de slag gaat met het opzetten van een zelfregienetwerk. Dit gebeurt in navolging van de Mijnstreek waar afgelopen drie jaar bijna 200 groepen bereikbaar zijn gemaakt rond de zelfregienetwerken Oostelijk Zuid-Limburg en de Westelijke Mijnstreek.
Deze maand starten de voorbereidingen in Roermond en na de zomer volgen een tweetal kennismakingsbijeenkomsten waar wij u, als mogelijke samenwerkingspartner, graag voor uitnodigen om samen te kijken hoe dit netwerk verder uitgebreid kan worden.
Voor meer informatie: wimvenhuis@burgerkrachtlimburg.nl
Praat eens met iemand die hetzelfde heeft meegemaakt. Dat helpt!
Binnen het programma ‘de Juiste Zorg op de Juiste Plek’ heeft VWS ons vorige maand ruimte gegeven om in een twee uur durende Expertmeeting meer te kunnen vertellen over zelfhulpgroepen, de Zelfregietool.nl en onze landelijke ambitie voor een andere structuur. Zelfhulp/zelfregie als derde pijler onder de informele zorg, met lokale ondersteuning van groepen in zelfregienetwerken vanuit centrumgemeenten. Dichtbij en gemakkelijk toegankelijk voor iedereen en met een landelijke duurzame financiering naar voorbeeld van het ‘Duits model’. Zie hier het verslag van de bijeenkomst op de website JZOJP. De Expertmeeting terugkijken (33 min.) doe je hier.
Afgelopen drie jaar is in de Mijnstreek gewerkt aan een structuur om meer gebruik te maken van de ervaringskennis van mensen. Op basis van zelfhulp (samenhulp) delen mensen (lotgenoten) hun ervaringen rond een bepaald onderwerp en ondervinden daarbij veel hulp en ondersteuning van elkaar. Basis is het platform www.zelfregietool.nl waar contacten kunnen worden gelegd en mensen elkaar weten te vinden. Hierbij alvast de resultaten uit het deelproject Oostelijk Zuid-Limburg in een infographic en in een kort verslag.