• ”Ik heb mijn leven langzaam opgebouwd en ben nu tevreden met wat ik heb.” Ervaringsverhaal

“Verslavingsgevoeligheid zit in me. Toen ik op mijn 17e of 18e verslaafd raakte, ben ik meteen aan de harddrugs gegaan. Ik wilde me aan het dagelijkse leven onttrekken en deed dit door te gebruiken. Mijn favoriete middel is heroïne, als extraatje nam ik cocaïne en ik was verslaafd aan methadon. En om het ‘van de wereld’-gevoel te krijgen, nam ik benzodiazepine.”

Mark is single, vijftig plus en heeft een verslavingsachtergrond. Hiervoor is hij opgenomen geweest. Het afkicken was een zwaar proces, vooral lichamelijk. Door zijn wil om iets van zijn leven te maken, heeft hij de draad opgepakt en krijgt op dit moment geen hulp meer van psychologen of psychiaters. Mark neemt zijn eigen verantwoordelijkheid en helpt andere mensen in soortgelijke situaties met zijn ervaringsdeskundigheid.

Het onderste van de put

Drie keer is Mark opgenomen geweest: “De eerste keer hadden mijn collega’s in de gaten dat ik verslaafd was en de tweede keer stuurde mijn vriendin op opname aan. Rond het jaar 2000 had ik ‘rock bottom’ bereikt: het moment waarop ik besefte dat ik op deze manier echt niet door kon en wilde gaan. Ik was 37 en had geen werk en geen woning. Ik sliep bij vrienden of mijn ouders. Onder invloed zat ik op de bank, voelde een hoop eenzaamheid en dacht: ‘ik trek dit niet meer’. Toen een hulpverlener tegen me zei dat ik nooit meer aan het werk zou komen, heb ik me vrijwillig laten opnemen, dat kon toen nog. En langzaam begonnen de kwartjes te vallen.”

Stapje voor stapje

Het afkicken was een zwaar proces. Mark: “Mijn lichaam was op, het duurde een half jaar voordat mijn lichaam was afgekickt. Ik heb anderhalf jaar niet kunnen slapen en had een verstoord dag- en nachtritme. Het was het moeilijkst om van de legale drugs af te kicken. Ik besefte dat ik dit niet nog een keer wilde meemaken. Het verschil met mijn tweede opname was dat ik dit keer tegen de hulpverlening inging. Ik was niet meer meegaand. Vroeger dacht ik: ‘ze weten wel wat goed voor me is’ en nu besefte ik dat ik sommige dingen helemaal niet wilde. Ze boden me aan om mijn schulden via de schuldsanering op te lossen, maar ik zag het niet zitten om van € 50,- per maand te leven. Ik wilde mijn eigen verantwoordelijkheid pakken, ik had immers zelf die schulden gemaakt en ik zou ze afbetalen. Ook vond ik het belangrijk om mijn eigen veiligheid te waarborgen, eerst kwam ik in een resocialisatiewoning terecht, daarna op een kamertje, vervolgens in een studio en nu huur ik mijn eigen appartement.”

Net iets harder door de bocht

“Ik heb het nodig om een uitdaging te hebben en ik vertoon compensatiegedrag. Toen ik uit therapie kwam, kocht ik bergen cd’s en kleding. Ik zocht de randjes op. Ik reed bijvoorbeeld harder door de bocht. Nu ben ik alert op signalen, omdat ik te vaak op mijn neus ben gevallen. Ik heb zelf ervaren wat een verslaving mentaal en lichamelijk kan aanrichten, dat wil ik niet nog een keer meemaken. Ik vind het moeilijk om over mijn emoties te praten. Bij therapie spelen ze op je gevoel in en dat gevoel kon ik niet meer wegdrukken. De medicatie tegen depressiviteit heeft me hierbij geholpen. Nu dat ik afgekickt ben, heb ik de vrijheid om te gaan en staan waar ik wil zonder dat ik een middel hoef te gebruiken. In de zomer is rondrijden op mijn motor mijn uitlaatklep.

Mijn vrienden kennen me door en door

De mensen waar ik vroeger contact mee had, spreek ik niet meer. Nu heb ik een vriendengroep om mij heen die ik heb leren kennen in therapie. Ze weten wat ik heb meegemaakt en kennen me door en door. Nog voordat ik het zelf in de gaten heb, zien zij aan mij hoe het écht met me gaat. We kennen elkaars sterke en minder sterke punten. Vroeger kon ik het goed verstoppen dat ik verslaafd was, dat zou me nu niet meer lukken, want zij zien het zo aan me. Ik kan nu zijn wie ik ben, ook op mijn werk. Ik heb van mijn hobby mijn werk gemaakt en werk met jongvolwassenen met een verslaving. Door mijn ervaring kan ik ze helpen. Ik heb mijn leven langzaam opgebouwd en ben nu tevreden met wat ik heb. Vroeger zei ik: ‘ik zal nooit meer gebruiken’ en dat heb ik nu omgebogen naar: ‘ik zal er alles aan doen om niet meer te gebruiken’. Ik heb niet meer de gelukzalige momenten die ik tijdens mijn verslaving kende, wel heb ik verwondermomenten waar ik uitermate van geniet, samen met mijn ouders, familie en vrienden.”