• “Ik heb geleerd dat ik op mijn gevoel moet afgaan en voor mezelf moet opkomen.” Ervaringsverhaal

Pascal werkt 28 jaar als doktersassistente als ze in mei 2015 in haar borst een knobbel ontdekt. Ze gaat naar haar huisarts en er wordt een foto gemaakt. Hierop is niks te zien. Pascal is blij en toch gaat ze na een maand terug: “Het zat me niet lekker. Mijn huisarts stelde me gerust, zei dat er niets aan de hand was en ik keerde huiswaarts. Daarna ben ik nog een keer naar mijn huisarts gegaan, waar ik vroeg om een foto én een echo. Dit wordt normaal niet gedaan, maar ik ben blij dat ik erom gevraagd heb. De echoscopist bleef mijn borst onderzoeken. Op dat moment drong het tot me door: dit is niet goed. Er zaten drie tumoren in mijn borst en er waren uitzaaiingen naar mijn lymfeklieren.”

Pascal gaat een traject in van chemokuren en bestralingen. Pascal: “Mijn borst moet geamputeerd worden. Hoewel de kanker in één borst zit, wil ik niet het risico lopen dat in mijn gezonde borst een tumor kan ontstaan en daarom besluit ik ook deze borst te laten amputeren. Bovendien blijkt het moeilijk om bij een borstreconstructie mijn borst even groot te maken als mijn gezonde borst. Gelukkig staat mijn man achter mijn beslissing. Hij zegt: ‘Eraf met die dingen’. Hoewel ik zeker weet dat ik dit wil, wil de chirurg mijn goede borst niet amputeren. Ik word doorverwezen naar de plastisch chirurg en zodra hij in de gaten heeft dat ik vastberaden ben, worden mijn beide borsten verwijderd. Daarna krijg ik 16 bestralingen en hormoontherapie.”

Uitgezaaide borstkanker

9 maanden later voelt Pascal een opgezwollen kliertje. Uit een punctie blijkt dat dit een kwaadaardig gezwel is. “Al eerder werd duidelijk dat ik ook een tumor in mijn staartbeen heb, waarvoor ik niet behandeld zou worden”, zegt Pascal. “Nu ik echter op twee plekken uitgezaaide borstkanker heb, vertellen de artsen me dat ik niet meer beter zal worden. Het enige dat ze nog voor me kunnen doen, is medicatie door hormoontherapie in combinatie met andere tabletten. Mijn wereld stort in. Ik denk: ‘ik ga dus dood’. Totdat ik via een collega hoor over een professor in het Anthony van Leeuwenhoek Ziekenhuis. Hij is bereid mijn dossier te bekijken en me te onderzoeken. Hij wil proberen me beter te maken. Door de tabletten die ik slik, is de tumor ondertussen al geslonken. Met zo’n 30 bestralingen wordt de tumor te lijf gegaan. Nu heb ik net een MRI achter de rug en daaruit bleek gelukkig dat alles goed is.”

Mijn mondigheid heeft me geholpen

Pascal merkt dat haar mondigheid en vasthoudendheid helpen in haar strijd tegen kanker. “Ik denk wel eens: wat als ik niet voor mezelf opkom, informatie opzoek en vragen stel? Of wat als ik geen medische achtergrond zou hebben? Ook merk ik dat het artsafhankelijk is in hoeverre je geholpen wordt. Mijn oncoloog wilde mij behandelen toen bleek dat ik op twee plekken uitgezaaide borstkanker had. Ze werd echter teruggefloten door haar collega-artsen. Gelukkig heb ik mijn weg gevonden naar een professor die mijn case wilde bekijken. Ik ben blij dat ik die stap gezet heb. Ik heb geleerd dat ik op mijn gevoel moet afgaan en voor mezelf moet opkomen.”

Bijwerkingen en reacties van mijn omgeving

Pascal heeft niet alleen last van de bestrijding van de kanker. Ook de bijwerkingen van geneesmiddelen eisen hun tol. “Dat wordt je van tevoren niet verteld. Op het moment van de diagnose was ik er ook niet mee bezig, ik was echt aan het overleven. Ik ben opvliegender geworden en heb gewrichtsklachten. Als ik opsta na een tijdje gezeten te hebben, stribbelen mijn gewrichten tegen. Ook valt het me op hoe mensen met mijn ziekte omgaan. Ik merk dat sommige mensen me uit de weg gaan, omdat ze niet weten hoe ze moeten reageren. Terwijl ik het juist fijn vind als ze me vragen hoe het met me gaat. Ik schrik van opmerkingen als: ‘je mag blij zijn dat je nog leeft’. Dat kwetst me heel erg. Wat me daarentegen echt goed heeft gedaan, is dat ik veel kaarten gekregen.”

Gelukkig heb ik mijn humor nog

Pascal: “Ik ben heel blij met alles wat ik nog kan. Ik verleg steeds mijn grenzen. Voordat ik ziek werd dacht ik dat ik dit niet zou overleven, dat mijn hele wereld zou instorten. Bij het horen van de diagnose bleek mijn wereld helemaal niet in te storten. Mijn leven ging gewoon verder. Toen dacht ik: ‘als ik uitzaaiingen heb, dan stopt mijn leven’, maar ook dit was niet zo. Mijn man heeft me door deze periode heen geholpen. Hij is ook overal mee naartoe gegaan. Dat wordt niet altijd aangeboden, daar moet je echt zelf naar vragen. Ook nu ben ik misselijk en dan is het mijn man die me stimuleert om naar buiten te gaan. Ik wil de tijd die ik heb, zo goed mogelijk gebruiken. Humor helpt me daarbij. Kanker heeft me ook veel gebracht, het is niet alleen kommer en kwel. Ik heb er vriendschappen aan over gehouden en ben er sterker uitgekomen. Ik ben blij dat ik leef.

Onderwerpen