19 juli 2023

Alcoholisme is een chronische ziekte. Het gaat nooit meer over.
De kunst is niet het stoppen met drinken maar volhouden om niet te drinken 
Rob bant 17 jaar geleden de alcohol definitief uit zijn leven. Zelf is hij op eigen kracht gestopt maar dat kan ook in een beschermde detox kliniek. Daar word je op een verantwoorde manier onder deskundige begeleiding geholpen met afkicken. Dat lukt meestal goed. Maar als je daar uitbehandeld bent begint de echte uitdaging: die van de ‘boze buitenwereld’ en de verleidingen die daarmee gepaard gaan.  

“Je gaat naar de supermarkt om een kropje sla te kopen maar loopt ook langs 12 meter wijn. Dan moet je sterk in je schoenen staan om niet toch weer te beginnen. Volhouden is de kunst. Je moet je leven zo inrichten dat je die alcohol niet meer nodig hebt. Dat vergt een ‘state of mind’. Je moet begrijpen, snappen wat er met je aan de hand is. Veel mensen hebben daar moeite mee. Accepteer dat je een ‘ziekte’ hebt. Aan dat idee moet je wennen. Je bent niet zielig, je bent geen loser je hebt alleen domme pech! Leven zonder alcohol kun je leren. Alléén als alcohol je in de greep heeft vind je alcohol superbelangrijk˜. 
 
Zoektocht naar hulp, de weg ernaar toe en wat je jezelf ondertussen wijsmaakt 
“Ik ging naar de huisarts. Vertellen dat ik dacht dat ik te veel dronk. Hij onderschatte mijn verhaal. Komt ook door mij. Ik kan goed vertellen en nóg beter bagatelliseren. Zijn antwoord was dan ook: ‘Ik heb menig collega die meer drinkt dan jij. Ik zou me niet al te veel zorgen maken’. Dat wílde ik ook horen en ging vrolijk op de oude voet verder. Totdat ik op een gegeven moment besefte dat ik écht te veel dronk. Het liep niet direct in de smiezen. Ik ging nooit naar de kroeg, maar dronk thuis. Meestal als mijn vrouw naar bed was. Je drinkt die halve fles die over is snel even alleen op en opent nog een fles die je ook voor de helft opdrinkt. Die fles zet je weer terug in de kast. Zo begint het. Niks aan de hand. Je wordt goed in verbloemen. Op een gegeven moment ging ik van de wijn over naar sterke drank. Je komt dan eerder aan je ‘level’ maar je lichaam houdt dat natuurlijk niet vol. Je maakt jezelf heel lang wijs dat het ‘normaal’ is wat je doet maar op een gegeven ogenblik dacht ik toch: ‘waar ben ik mee bezig? Dit kan echt niet!’ Ik liet steken vallen, vergat afspraken en merkte dat ik niet meer goed functioneerde in mijn bedrijf. Dat was voor mij het omslagpunt. Ik weer terug naar die dokter…” 
 

Vallen en opstaan; er is maar één regel: het nultarief! Aan de ene kant hartstikke moeilijk maar aan de ander kant ook heel makkelijk want je hoeft ‘alleen maar niet te drinken’. 
“De dokter schrok van mijn tweede bezoek, verontschuldigde zich. Had mijn hulpvraag niet goed genoeg ingeschat. We gingen nu samen serieus aan de slag. Hij verwees me naar het centrum voor alcohol en drugs (CAD). Op vrijwillige basis volgde ik daar een ‘alcohol’ cursus. Je leert er wat alcohol met je doet. Je voert gesprekken met allerlei hulpverleners (niet allemaal even succesvol!). ‘Ken je de regel van vier?’ Nee, die kende ik niet. Nou, daar komt ie: niet vaker drinken dan vier keer per week, niet meer dan vier glazen per dag, niet eerder beginnen met drinken dan 4 uur ‘s middags. Makkelijk te onthouden, perfect! Ik begon meteen vol goede moed met een vijfdaagse werkweek waarvan ik er één niet dronk en de andere (werk)dagen dronk ik vier grote waterglazen vol wodka. Ik hield me dus keurig aan de regels en het lukte op deze manier, maar het is natuurlijk bullshit! Een alcoholist kán niet een beetje drinken. Minderen werkt niet. Een alcoholist kan alleen heel veel drinken of helemaal niet! Er is dus maar één regel: het nultarief. Cold Turkey, de enige manier die helpt. Aan de ene kant hartstikke moeilijk maar aan de ander kant ook supermakkelijk want je hoeft ‘alleen maar niet te drinken’. Het eerste jaar was een drama. In het begin denk je dat iedereen je gek vindt omdat je geen alcohol drinkt. Je probeert het op een zodanige manier uit te leggen dat niemand in de gaten heeft dat je alcoholist bent. Want er rust een enorm stigma op het woord alcoholist. 99% van mijn familie weet niet dat ik alcoholist ben. Na de CAD kwam ik na lang aarzelen ik bij de Anonieme Alcoholisten (AA). Toen ik daar voor de eerste keer over de drempel stapte kwam ik thuis. Ik kon niemand wat wijsmaken. Ze wisten precies waar ik het over had. Ze dealden allemaal met hetzelfde probleem op hun eigen manier. Ik ging er elke week naar toe. Pas tóen leerde ik ermee om te gaan. Kleine stappen, en het moet uit jezelf komen. Jíj moet het willen. Het werkt niet als je komt omdat je gestuurd wordt door je vrouw of huisarts maar niet doordrongen bent van de noodzaak.  Elke dag opnieuw tegen jezelf zeggen: ‘vandaag drink ik niet meer!’ De groep is daarbij helpend. Geeft steun. 
 
De AA-groep en zelfregietool  
Jarenlang heeft Rob zijn verhaal gedeeld op workshops en bijeenkomsten. Zowel bij de AA-groep (waar hij kartrekker was) als bij de zelfregietool constateert hij leegloop. Er zijn minder deelnemers, vooral na de coronatijd. Dat past niet bij zijn plaatje dat er geen behoefte is aan een groep. Rob wil – ook door dit verhaal te delen – deelnemers werven. Eventueel een nieuwe groep opstarten. Mensen die samen met hem anderen c.q. zichzelf willen helpen met hun alcoholprobleem.  
Daarnaast staat hij open om zich anderszins in te zetten door voorlichting te geven bij organisaties of aan (praktijk)ondersteuners. “We hadden in de AA-groep een leraar die ook naar de bijeenkomsten kwam. Díe man is me bijgebleven. Hij zei: ‘sinds ik niet meer drink kan ik eigenlijk alles. De wereld ligt aan mijn voeten. Ik kan alles, ik ben vrij man er is maar één ding dat ik niet kan en dat is alcohol drinken.’ Dat geldt voor mij ook. Ik kan wandelen, koken, zingen, pianospelen. Dus waar hebben we het eigenlijk over? Wat ik niet kan is een halve fles wijn in de koelkast zien staan. Dan ga ik voor de bijl. Maar twaalf flessen in de kelder, dáár kom ik niet aan. Die kan ik rustig bewaren en schenken aan gasten!”