Ik lijd aan paranoïde schizofrenie. Dat is een genetisch bepaalde afwijking in de hersenen. Het gevolg hiervan is dat de huishouding van de neurotransmitters, met name dopamine, verstoord is. De functie van neurotransmitters, dit zijn chemische stoffen in de hersenen, is de overdracht van informatie tussen de hersencellen. De kwetsbaarheid uit zich in psychosegevoeligheid.
Een psychose is een verre staat van verwarring met waanideeën en hallucinaties. Er zijn wat men noemt ‘positieve’ – en ‘negatieve’ symptomen. De positieve symptomen zijn symptomen die voorkomen terwijl ze bij gezonde mensen niet voorkomen zoals; wanen (ideeën, overtuigingen die niet tot de realiteit behoren), hallucinaties, overprikkeling, teveel gedachten. De negatieve symptomen zijn symptomen die niet voorkomen terwijl ze bij gezonde mensen wel voorkomen zoals; initiatiefverlies, verminderd cognitief functioneren (informatie verwerken), een leeg gevoel van binnen, te weinig gedachten, lusteloosheid.
Waar het bij mij, in deze fase van herstel, vooral op neer komt is dat ik moeite heb met loslaten en vertrouwen. In groepen heb ik vaak het gevoel dat ik wordt afgewezen en dat de mensen dan het ene zeggen maar iets anders, iets negatiefs, duidelijk proberen te maken. Problemen worden in mijn hoofd heel groot gemaakt. Ik blijf er mee zitten tenzij ik er met iemand over praat, wat ik vaak moeilijk vind. Wanneer ik er dan wel over praat blijkt dan meestal dat het gewoon onzinnige gedachten zijn.
Het heeft lang geduurd voordat ik door had waar het bij mij aan schortte. Het lag niet aan mij maar aan de omgeving wanneer ik problemen had. Problemen, die o.a. door mijn aandoening en de gevolgen hiervan werden veroorzaakt, heb ik lange tijd weg geblowd en gedronken. Ontkenning was een manier om te overleven en middelen maakte dit mogelijk.
Sinds ik op mezelf ben gaan wonen, in 2003, is mijn leven veranderd. De valse kracht van middelen was verdwenen waardoor ik gedwongen werd om in de realiteit te leven.
Mijn eerste reactie was vechten tegen mijn ziekte en het vasthouden aan mijn beleving van de realiteit waardoor ik vaak doodmoe was. De middelen waren weg maar de ontkenning niet. Wanneer ik contact had met mensen dacht ik dat ze me voor de gek hielden. Wanneer ik geen contact had was ik eenzaam.
In 2003-2007 dronk ik nog wel regelmatig en rookte sporadisch een joint. Tijdens het blowen werd ik dan ontzettend angstig. Het effect van het gebruik heeft een paar keer een opname ten gevolge gehad.
In 2007 besloot ik te stoppen met mijn medicatie en mijn leven in de handen van God te leggen. Dit als uiterste wanhoopsdaad. Langzaamaan ging het beter maar ik schoot door en werd hypomaan.
In een woede uitbarsting sprong ik voor rijdende auto’s om ze te stoppen en ze daarna met mijn vuisten te beschadigen. De politie kwam en nam me mee. Er volgde een langdurige opname die begon in de isoleercel van ‘de Ponder’ (forensisch), van daar naar Acute Zorg en van daar naar de crisis unit op ‘de Grote Beek’. Tijdens deze opname werd ik goed ingesteld op medicatie en ik leerde dat ook structuur en dagbesteding ontzettend belangrijk zijn.
Thuis aangekomen bleef ik abstinent van alcohol en middelen. Op de crisis unit kreeg ik een relatie met Marion. We brachten na onze opname veel tijd met elkaar door. Bij de boerderij ‘de Haen’ en restaurant ‘de Gebakken Peer’ deed ik vrijwilligerswerk.
Na verloop van tijd ging ik de cursus ‘Herstellen doe je zelf’ volgen richting ervaringsdeskundigheid. Omdat ik tijdens mijn opname contact had gehad met een ervaringsdeskundig begeleider dacht ik: “Hee, dat wil ik ook!”. Dit was in 2008.
Omdat het allemaal goed ging dacht ik dat 1 biertje wel kon en rookte even later mijn eerste joint, wat weer van kwaad tot erger ging. De terugval was daar.
Na een jaar volop gebruiken volgde er een detox bij Novadic Kentron in Vught. Daar verbleef ik een week of twee en vierde bij thuiskomst het feit dat ik ‘clean’ was met een ‘kameraad’ met de nodige biertjes. In overleg met mijn casemanager en aandringen van mijn vriendin hield ik op met drinken en kwam bij Novadic in een Terugval Preventie Groep.
In 2010-2011 deed ik de cursus ‘Herstellen doe je zelf’ opnieuw en behaalde ook de certificaten van de vervolgcursussen. Bij het cliëntenbelangenbureau ging ik, tijdens de laatste cursus, vrijwilligerswerk doen en gaf samen met een collega cursist computerles aan vrijwilligers. Alles ging me weer voor de wind.
Door de stress die de activiteiten met zich meebracht kreeg ik echter weer trek naar cannabis. Omdat alles goed ging dacht ik dat ‘gecontroleerd gebruik’ wel mogelijk was. M.a.w. wederom een terugval.
Na een aantal maanden besloot ik weer hulp te zoeken en kwam bij Promenzo terecht om daar levensstijl training te krijgen. Ik was wel nog volop in gebruik. Daarna zou ik naar dagbehandeling gegaan zijn bij Novadic maar ik besloot om het zelf te doen. Dit was in 2011. Blowen deed ik niet meer maar ik haalde wel regelmatig een paar biertjes.
Het viel me op een gegeven moment op dat, wanneer ik gedronken had, de symptomen de dagen daarop erger werden en moeilijker te verdragen waren. Daarom stopte ik na verloop van tijd ook met drinken.
Tot op heden ben ik ‘clean’ en sinds een dik jaar nuchter.
In mijn beleving ben ik voortdurend in therapie; ik ben onder hypnose en men probeert mij te helpen door mij te confronteren met allerlei gedachten. Wanneer er dingen gebeuren waar ik erg mee zit moet ik daar over praten met mijn omgeving bijv. mijn ouders, mijn broer of iemand anders. Het liefste hebben ze dat ik contact opneem met iemand uit mijn omgeving i.p.v. de hulpverlening.
De therapie bestaat eruit dat ik geconfronteerd wordt met mijn kwetsbaarheden. Dit en mijn reactie daarop, het zij door woorden of door gedachten, wordt gehoord door de omgeving. Dit gebeurt altijd en overal. Verder word ik regelmatig geplaagd met kleine dingetjes die tegenzitten. Bijv. dat het koffiefilter scheurt en alle drab eruit valt etc. etc..
Mijn houding hierin is dat ik dit moet ondergaan om er beter van te worden en dat, wanneer ik het goed heb gedaan, ik beloond word en misschien zelfs op een gegeven moment voorgoed verlost zal worden. De beloning uit zich in een bevredigd gevoel en een positieve kijk op wat ik door mijn inspanningen heb bereikt.
De belevingen die ik heb zijn afwisselend en variëren. Soms schaam ik me, soms ben ik kwaad, soms ben ik verdrietig en kan ik niet huilen, soms kan ik wel huilen; dit gebeurt meestal als ik mezelf uit, soms ben ik een tikje euforisch; dit wanneer ik weet dat ik op de goede weg ben.
De belevenissen die ik heb zijn voor mij realiteit en ik heb geaccepteerd dat dat de realiteit is en dat ik het ermee zal moeten doen. Ook weet ik dat ik aan deze situatie niet te zwaar moet tillen. Iedereen mankeert wel iets en elk huisje heeft zijn kruisje.
Onderwerpen