• Wat als je wel wil, maar het niet lukt Ervaringsverhaal

“Sorry, sorry, sorry, maar het was weer zo’n morgen. Ik kreeg het echt niet geregeld om op tijd bij jullie op kantoor te zijn voor dit interview. Wat ontzettend fijn dat we dit nu via Teams kunnen bespreken. Ik wilde het toch echt laten doorgaan omdat ik het belangrijk vind om mijn verhaal te delen. Om anderen te helpen dat je moederinstinct je echt wel laat weten of het wel of niet goed gaat met je kinderen, ondanks alle oordelen van de buitenwereld.

Ik heb vier kinderen en een baan van 32 uur. Daarnaast doe ik vrijwilligerswerk. Vanmorgen duurde het iets langer dan normaal. Mijn zoon is 9 jaar en wordt in januari 10. Een van de grootste uitdagingen is om hem op tijd op school te krijgen. Nu heb ik ‘op tijd’ al laten varen… Gemiddeld is hij tussen 10 uur en half 11 op school. Het is niet dat hij tot dan in zijn bed blijft liggen. Hij kan de regels en verantwoordelijkheid niet aan. Hij heeft ADHD, autisme en een angststoornis. Er is daardoor meer aandacht voor hem nodig. We merken dat er geen druk op hem mag liggen want dan gaat het mis.

We staan om 7 uur op, en dan begint het eigenlijk al. Hierbij heb ik ondersteuning van thuisbegeleiding en van Pixel. Zij zijn een traject gestart om hem op tijd op school te krijgen. Hij krijgt het gewoon niet in zijn hoofd geregeld. Dit speelt nu al 1,5 jaar. Soms vertrek ik al naar mijn werk. Dan zie ik hem langsfietsen rond half 11 en weet ik dat hij naar school gaat. Dat voordeel heb ik. Als ik niet zo dicht bij huis werkte, kon dat natuurlijk niet.

Het is eigenlijk elke dag afwachten hoe het gaat. En ja, soms leidt mijn werk daaronder, dan ben ik te laat, moet ik afbellen of open ik de deur om vervolgens weer snel naar huis te gaan. De uren die ik mis die haal ik wel allemaal in. En nog meer dan die uren. Daarom werk ik eigenlijk elke week vijf dagen in plaats van vier. Anders is het niet haalbaar.

Dan blijft er maar die druk op de schouders van ‘of thuisblijven voor mijn zoon’ of ‘de werkgever bellen en zeggen dat ik te laat ben’. Dat hou ik niet vol. Dus ik ben blij dat ik de uren flexibel kan inzetten. Op het werk vertel ik weinig over mijn situatie. Ik heb ook niet een alledaagse functie waarbij een collega taken van me kan overnemen.

Maar ik heb ook geen begripvolle leidinggevende. Zij begrijpt niet wat het betekent om naast het werk zoveel extra voor je zoon te moeten zorgen. Ik heb veel tijd gestoken in gesprekken met school en hulpverleners om erachter te komen wat mijn zoon heeft. En het merendeel plande ik in op de momenten dat ik niet werkte. Gewoonweg omdat ik hiervoor geen ruimte kreeg van mijn leidinggevende. Nog erger, het leidde tot nog meer vragen, een kritische blik en zelfs wantrouwen. Ik moest al mijn uren verantwoorden. Op een gegeven moment was mijn zoon niet meer welkom op de BSO (in Limburg heb je geen BSO+), daar heb ik gelukkig een stokje voor kunnen steken. De oplossing van mijn werkgever was: vraag je ouders of vrienden om op te passen… echt… dat kan gewoon niet, daar heeft hij teveel begeleiding voor nodig. Maar ik ben blij dat er een diagnose is. Want naast het ‘niet meeleven’ van de organisatie had ik daar ook privé last van. Mijn ex die aangaf dat ik harder voor mijn zoon moest zijn. Kennissen en vrienden die zeiden dat ik structuur moest aanbrengen en harder moest zijn. Ik heb altijd geweten dat er iets anders aan de hand was en ben daarom blij dat de diagnose er is. Dat geeft mij houvast om door te zetten en alles te geven zodat mijn zoon een zo mooi mogelijk leven krijgt.

Ik denk dat de maatschappij geen idee heeft wat het betekent om naast je baan voor deze extra zorg te moeten staan. Begrip, flexibiliteit, een luisterend oor en dan echt zónder oordeel. Dat zijn echt belangrijke zaken die ik iedereen, ook organisaties, wil meegeven. Daar krijg je veel meer voor terug. Denk in mogelijkheden en zoek samen naar oplossingen. Ik vind mijn baan gewoon heel leuk en haal er echt voldoening uit. Als dat er niet was, redde ik die 32 uur niet.”

Onderwerpen