• “Maak een kaart, met daarop het woord pillen, doe aan zelfonderzoek en meditatie.” Ervaringsverhaal

Carola maakte in vier jaar tijd driemaal een psychose door. De eerste keer is nu vier jaar geleden, de laatste was september vorig jaar.

“Ik was 44 toen ik de eerste psychose had. In de tijd die eraan voorafging, was ik zwaar overspannen. Toen heb ik een paar jaar onder zware omstandigheden geleefd. Ik denk dat daardoor de psychose is ontstaan. De psychose was een ontlading van die druk. Bij een psychose slaat mijn brein op hol. Ik zie dingen die er niet zijn en ik denk dat alles wat ik zie een bepaalde betekenis heeft, heel betekenisvol is. Het brein is dolgedraaid, en het draait maar door. Dat is afschuwelijk, maar toch ben ik dan niet bang. En ik kan het later precies navertellen. Dus ergens is er afstand. Daar ben ik wel blij om, want anders schiet je van het ene naar het andere punt, met alle emoties en angsten en toestanden die erbij horen.”

Als ik doldraai, heb ik wanen: ik zie, hoor en ruik onaangename dingen die er niet zijn. In mijn eerste psychose bijvoorbeeld stond ik voor een trap in een huis. Ik zag wel tien trappen die allerlei kanten uitgingen. Waar moest ik naartoe? Ook hoorde ik opeens pianomuziek. Die muziek was eerst rustig en harmonieus, en werd vervolgens heel chaotisch. De muziek was er niet, maar ik hoorde hem wel. En hij was niet van echt te onderscheiden.”

Als ik in een psychose ben, is er iets dat me in de gaten houdt. Dat heeft met meditatie te maken. Ik mediteer al heel lang, vanaf m’n twintigste zo’n beetje. Het wonderlijke is dat ik daar in een psychose veel aan heb. In het gewone leven ben ik kwetsbaarder, kan ik door vrij kleine dingen uit mijn evenwicht gebracht worden. Ik ben sneller kwaad of verdrietig. Daar verbaas ik me wel over. Ik ben graag af en toe alleen.’s Avonds doe ik de televisie niet aan, maar zit ik stil en kijk ik naar mijn gedachten. Dat doet me goed. Ik heb altijd wel de stilte gezocht.”

Medicatie

De aanleiding tot de eerste psychose is heel duidelijk: jarenlange stress en overbelasting en de geluidsoverlast van mijn buren die altijd de muziek hard aan hadden staan. Bij de tweede psychose waren mijn omstandigheden veel beter. Het is me ook niet echt duidelijk waarom ik weer psychotisch werd. Ik ben toen wel vrij snel gestopt met medicijnen. Ik zie de tweede psychose als een soort uitloper van de eerste, van al die slechte jaren met veel stress. Hetzelfde geldt voor de derde psychose. Ik was gestopt met medicijnen, en een tijdje later was het weer raak. Ook in die tijd was er niet veel stress, mijn levensomstandigheden waren goed.”

Als ik medicatie heb gekregen, neemt de psychose af. Ik merkte dat mijn lichaam van Melleril, dat ik na mijn eerste psychose gebruikte, droger werd. Ik gebruikte heel weinig hoor, en ook nu gebruik ik een minimale dosis. Later kreeg ik andere medicatie, maar daar ging ik van bewegen, daar reageerde ik heel slecht op. Nu krijg ik Risperdal. Ik gebruik liever niets natuurlijk. Ik heb het erover gehad met mijn behandelaar, die zei dat ik er wel mee zou kunnen stoppen, maar niet te snel.

De medicijnen kunnen helpen om te voorkomen dat ik weer psychotisch word. Ik ben twee keer psychotisch geworden toen ik gestopt was met medicatie. Al weet je natuurlijk nooit zeker of dat daardoor kwam.

Dat ik medicijnen gebruik, merk ik wel. Ik moet iedere keer een drempel over om in actie te komen, of om iets te zeggen. Ik merk het ook in mijn gevoel. Vroeger bijvoorbeeld kon ik me heel gelukkig voelen, om niks, nu kan ik dat maar tot op zekere hoogte – het is allemaal veel vlakker. Ik ben wat beknot in mijn gevoelsleven. Dat is niet prettig. En ik merk het ook aan mijn handelen. Toch weet je daarvan ook niet zeker of het door de medicijnen komt. Ook dat kan een vertraagd effect van mijn psychose zijn.”

De tijd voor de psychose

“Ik weet wanneer er een psychose aankomt. Dan word ik heel wantrouwend. Voor mijn laatste psychose hingen er spinnen voor de ramen met twee oogjes. Ik dacht: die bekijken wat er binnen gebeurt. Dat geven ze door aan het web en via het web geven ze signalen door… Zo ga ik dan denken. De laatste keer dacht ik ook dat Sander, mijn huisgenoot, iets met de elektriciteit had gedaan. Dat duurde ongeveer een week en toen was ik psychotisch.

Als ik zo wantrouwend ben, moet je me goed kennen om iets aan me te merken. Ik ben gewoon. Wel ging ik die spinnen weghalen. Dat was dus eigenlijk wel raar. Maar ik kon dat niet goed zien bij mezelf, ik kon geen afstand van mezelf nemen. Ik zag niet dat mijn gedachten niet stoelden op de realiteit.

In de week die voorafging aan de tweede psychose was ik ’s nachts onrustig, ik had dromen met steeds dezelfde terugkerende thema’s. Ik denk dat ik toen ’s nachts al psychotisch was. Het was echt een kwelling.

Ik denk steeds: als het nu gebeurt, dan overzie ik het. Maar dat was de laatste keer toch niet zo. Toen ik tegen Sander zei dat er iets aan de hand was met de elektriciteit, had hij het wel in de gaten. Maar ik zag het zelf niet. Hij zei tegen mij: ‘Neem je pil, neem een hogere dosis.’ En ik dacht: zie je wel, hij heeft echt iets gedaan met de elektriciteit. Dat is het hele probleem, als je bij jezelf kunt opmerken dat er iets vreemds aan de hand is, dat je dingen denkt die er niet zijn, dan kun je pillen nemen en een hoop narigheid voorkomen.”

Hulpmiddel

“Ik heb nu iets verzonnen waarvan ik hoop dat het helpt. Ik heb een mooie kaart gemaakt waarop ik in het midden het woord pillen heb geschreven. En ik heb tegen Sander gezegd: ‘Als het nou weer gebeurt, laat mij dan die kaart zien.’ Ik hoop dan wel dat ik zo slim ben om te denken: ja het klopt, ik moet pillen nemen. Ik kijk regelmatig naar die kaart om mezelf in te prenten dat als ik hem zie, ik pillen moet innemen. Dat de dosis omhoog moet. Ik hoop dat dat nu zo vastzit in mijn hersens dat het werkt. En ik heb ook bedacht dat wanneer ik in de toekomst stop met medicijnen, ik elke dag naar mezelf wil kijken of ik argwanend ben. Als je stopt met medicijnen moet je op de een of andere manier jezelf controleren.”

Het leven is Maya

“Ik kan niet zeggen dat ik iets van mijn psychoses geleerd heb. Maar ik heb in mijn psychoses wel de extremen meegemaakt, het leven kan vreselijk zijn of prachtig; óf het was schitterend óf het was een hel. Zo kan het leven dus zijn; en dat maak je dan in een paar dagen tijd in een heel compacte vorm mee. Ik heb nooit getript, maar ik denk dat het daarop lijkt.

Het lijkt ook wel of er bepaalde herinneringen naar boven komen tijdens een psychose. Dat kan gaan om heel oude kennis, herinneringen van eeuwen terug. Dat kan je ogen openen voor bepaalde zaken die te maken hebben met spiritualiteit. Op een bepaalde manier ben ik wel blij dat ik het heb meegemaakt, maar ik zou het het liefste nooit meer meemaken.

Toen ik psychotisch was heb ik ook vreselijk gelachen. Het lijkt net of je hele erge dingen moet meemaken, maar soms is het ook een grap. Nee, een grap is te licht uitgedrukt. Zoals het in een boek staat dat ik op dit moment aan het lezen ben: het leven is Maya, het leven is niet echt. Het is er en toch is het er niet.”

Na de psychose

“De schade van een psychose bestaat eruit dat ik daarna medicijnen moet gebruiken. En het is heel zwaar om bij te komen van een psychose. De bijwerkingen van de medicijnen, dat alles me moeite kost, dat ik het een enorme klus vind om het huis schoon te maken. Maar dat gaat in de loop van de tijd weer over. Hoe die schade te beperken … daar ben ik eigenlijk niet zo mee bezig. Ik denk dat het wel goed is om er niet te veel mee bezig te zijn. Gewoon, het is gebeurd,en nu ben ik aan het bijkomen. Je moet weer door.

En ik lees Krishnamurti. Als ik dat niet deed zou ik het denk ik niet redden. Ik hoop niet dat ik weer psychotisch word. Ik wil op den duur van de medicijnen af, afbouwen met hulp van mijn psychiater. Hij vindt dat dat wel kan. Hij zei tegen me: ‘Jij bent niet schizofreen, je hoeft niet je leven lang pillen te blijven slikken.’ Maar ik loop wel het risico weer psychotisch te worden als ik met medicijnen stop.”

Tips

“Maak een kaart, met daarop het woord pillen, doe aan zelfonderzoek en meditatie. Verder is het heel belangrijk om in je omgeving iemand te hebben die je vertrouwt. En houd jezelf in de gaten: vraag je elke dag op een vaste tijd af of er iets aan de hand is, of er signalen zijn van een naderende psychose, en doe dat vooral als je gestopt bent met medicijnen.

Meditatie is voor mij heel belangrijk. De essentie daarvan is, dat er altijd iets is dat toekijkt. Als je mediteert dan komt steeds naar boven: ik dit, ik dat, ik zus, ik zo… En vaak loop je die gedachten achterna. Iedereen heeft zijn begeertes waar hij achteraan holt. Wat je in meditatie doet, is je begeertes op laten komen en ernaar kijken; je doet er niets mee. Als je daar telkens weer bij blijft stilstaan, kan het zijn dat je energie die anders naar buiten gaat, zich naar binnen keert. Langzamerhand merk je dat je stiller wordt, al minder gedachten hebt.”

Interview: Rozemarijn Esselink

(Bron: Ervaringswijzer.nl)

Onderwerpen